Over minder dan vijf maanden moeten alle huisartsen hun patiënten digitaal toegang bieden tot hun eigen medische gegevens in het huisartsdossier. Voor de meeste praktijken wordt dat een race tegen de klok, omdat hun softwareleveranciers nog bezig zijn met de benodigde aanpassingen. De ziekenhuizen, die eerder zijn begonnen met patiëntportalen, bieden bijna allemaal al wel digitale toegang tot het dossier van de patiënt.
De wet die burgers digitaal inzage in het eigen dossier geeft is onder minister Edith Schippers al in 2016 aangenomen door het parlement. Dat inzagerecht bestaat nu al - je kunt het papieren dossier opvragen in het ziekenhuis of bij de huisarts - maar niet in elektronische vorm. In 2016 gaf de minister - onder druk van de zorgaanbieders - artsen drie jaar respijt om de digitale inzage op orde te krijgen. Aan dat uitstel komt op 1 juli een einde, vanaf dan kan de burger met de wet in de hand digitale inzage eisen van zijn of haar dokter.
Deadline
De huisartsen zijn in de afgelopen jaren gaan wennen aan het idee dat de deadline onvermijdelijk is. De huisartsenorganisatie NHG heeft een richtlijn opgesteld die aangeeft welke onderdelen van het dossier (en in welke vorm) moeten worden gedeeld om aan de wet te voldoen. Dat inzagerecht is behoorlijk uitgebreid, en omvat bijvoorbeeld alle informatie over diagnoses, behandelingen, medicatie, correspondentie met specialisten en labuitslagen.
Huisartsen houden hun patiëntdossiers bij in een zogeheten Huisarts Informatie Systeem (HIS). Medicom van PharmaPartners is in Nederland marktleider, andere aanbieders zijn Promedico, CGM, DXC en Omnihis. Er zijn daarnaast partijen als Pharmeon (leverancier van Uw Zorg online), die zelf geen HIS ontwikkelen, maar als een verlengstuk van zo’n HIS aanvullende functies bieden voor bijvoorbeeld e-consult, digitaal afspraken maken of dossierinzage. Wanneer huisartsen aan hun wettelijke plicht moeten voldoen, zullen hun softwareleveranciers die inzagefuncties moeten bieden.
Bij de ziekenhuizen is het daar misgegaan. Ziekenhuizen mochten in de afgelopen jaren 105 miljoen subsidiegeld besteden om hun patientportalen te bouwen. De overheid vergat er echter bij te zeggen dat dit geld niet regelrecht in de zakken van softwareleveraniers als Chipsoft moest verdwijnen. Die kregen daardoor tientallen miljoen euro’s extra omzet toegeworpen.
Het ministerie van VWS heeft ook voor de huisartsen een subsidieregeling gemaakt. Die regeling heet OPEN, en zit een stuk slimmer in elkaar. Het grootste deel van de 75 miljoen die beschikbaar is komt direct ten goede aan huisartsen, als vergoeding voor de extra kosten die ze moeten maken om inzage te bieden, bijvoorbeeld voor voorlichting en opleidingen voor medewerkers.
De softwaremakers krijgen ook subsidie, maar hebben in een mantelcontract met alle huisartsen moeten beloven dat ze voor de inzage functies geen prijsverhoging mogen vragen. De huisartsen werken via een aparte inkoopstichting LEGIO samen om een vuist te kunnen maken naar hun softwareleveranciers. De huisartsen werken daarnaast (verplicht) in zogeheten regionale coalities samen om niet alleen het wiel te moeten uitvinden.
Complicerende factor
Het OPEN programma kent een complicerende factor. Het is niet alleen ontwikkeld om huisartsen te helpen aan hun wettelijke digitale inzageplicht te kunnen voldoen. OPEN heeft tegelijk een politieke agenda die verder gaat dan het inzagerecht voor patiënten. Dat inzagerecht kun je namelijk prima regelen met wat extra functies in de HIS software. Maar daarmee blijf je als patiënt en huisarts wel getrouwd met een softwaremaker en is overstappen niet gemakkelijk. Men noemt dat vendor lockin.
Minister Bruins en zijn topambtenaren willen liever een systeem waarbij makers van systemen voor patiëntdossiers verplicht worden om een open koppeling naar de data aan te bieden. Patiënten zouden hun digitale informatie via een beveiligde verbinding moeten kunnen overhalen naar een app van hun eigen keuze. En andersom: ze zouden ook thuismetingen van bijvoorbeeld glucose of bloeddruk kunnen aanbieden aan het dossier van de huisarts.
In de afgelopen jaren is er door de organisatie MedMij druk gewerkt aan een set afspraken om zo’n koppeling werkbaar te maken. Het OPEN programma eist van huisartsen en softwaremakers niet alleen dat ze digitaal inzage bieden, maar ook dat ze voldoen aan de afspraken van MedMij. Die afspraken hebben echter wel wat meer voeten in de aarde dan het uitsluitend bieden van inzage met het eigen systeem van softwaremakers. Door MedMij in te bouwen zetten ze hun systeem deels open voor andere partijen. Die nieuwkomers kunnen daardoor allerlei slimme apps gaan koppelen aan de HIS systemen, en mogelijk een deel toekomstige omzetgroei weghalen. Het is immers helemaal niet gezegd dat een patiënt zijn of haar gegevens het liefst wil bekijken en bewaren in het portaal of de app van PharmaPartners, Omnihis of de andere HIS aanbieders. Als die hun systemen deels moeten openzetten, is de gedwongen koppelverkoop van HIS en bijbehorende persoonlijke gezondheidssomgeving (PGO) en/of zorgapp niet meer vanzelfsprekend.
De MedMij koppeling is technisch ingewikkelder dan de pure inzagefuncties. Daarom geldt voor de 1 juli deadline dat de HIS leveranciers de inzagefunctie mogen aanbieden met hun eigen patiëntenportaal of app. Ze mogen ook gebruik maken van een aanbieder als Pharmeon, die, als onafhankelijke partij, voor een deel van de HIS leveranciers de inzagefunctie verzorgt. Dat is echter nog steeds een gesloten systeem: de softwareaanbieder bepaalt of je via hen je dossiergegevens kunt inzien.
MedMij ‘stopcontact’
Voor het MedMij ‘stopcontact’ ligt een verzoek bij VWS om de deadline te verruimen tot 1 januari 2021. Dat biedt de ruimte om in 2020 de koppeling met PGO’s op wat grotere schaal in pilots te testen. Daarna moeten huisartsensystemen hun patiëntdossiers kunnen aanbieden aan alle apps en PGO’s die ook voldoen aan de eisen van MedMij, maar dan als ‘opvrager’ van informatie. HIS-systemen moeten voldoen aan de MedMij eisen voor ‘aanbieders’ van informatie. Om het interessant te maken, zijn er ook aanbieders die op safe spelen en zowel MedMij ‘aanbieder’ als ‘opvrager’ producten ontwikkelen.
De bestaande aanbieders van HIS-systemen hebben dus een half jaar het rijk alleen, omdat ze nog geen derde partijen via MedMij toegang hoeven te geven tot hun systemen. Dat geeft ze een concurrentievoorsprong op de makers van PGO’s, want die zijn afhankelijk van HIS-systemen om huisartsdossiers te kunnen ophalen. Op papier zouden de makers van een HIS ook best het slimste en meest gebruiksvriendelijke PGO moeten kunnen maken. Maar na 1 januari moeten ze met de billen bloot en gaan ze daadwerkelijk concurreren met andere app-aanbieders die de dossiers uit hun HIS kunnen gaan importeren. Op papier kan een huisarts er dan ook voor kiezen om die inzage-app niet langer te kopen bij de HIS-leverancier, maar die keuze (en de eventuele bijbehorende kosten) bij de patiënt neer te leggen. En dat is precies de keuzevrijheid die VWS graag ziet om het landschap op te schudden.
De gevestigde softwareleveranciers hebben daarbij nog wel wat troeven achter de hand. De wettelijke verplichte inzagefunctie is technisch alleen een kijkdoos. Dat geldt ook voor de MedMij koppeling. Wanneer je een app voor inzage wilt combineren met e-consults, afspraken maken en andere logistieke HIS-functies, dan heb je een veel ingewikkelder koppeling nodig, en veel kennis van de manier waarop een huisartsenpraktijk is georganiseerd. Dat concurrentievoordeel ten opzichte van de PGO’s zullen de aanbieders va software voor praktijkautomatisering nog wel een poosje kunnen uitnutten.
Bij veel huisartsen is het ideële gedachtegoed achter MedMij nog niet zo aanwezig als VWS hoopt. Dat de digitale inzagefunctie moet worden geboden, daarover bestaat geen twijfel. En dat men afwil van de afhankelijkheid van HIS-leveranciers staat ook als een paal boven water. Maar tegelijk moeten kernfuncties als afspraken maken, dossierbeheer, doorverwijzen, lab-uitslagen en medicatie-overzichten vooral goed en liefst beter blijven werken. De huisarts heeft het naar eigen zeggen immers al druk zat.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!
Het patiëntenportaal van TetraHIS is wel echt heel mooi geworden. Dit staat op http://www.praktijk.nl/webapp