Minister Tamara van Ark (Medische Zorg en Sport) heeft de subsidieregeling voor leveranciers van persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO) met een jaar verlengd. Met deze gebruikersregeling wordt het gebruik van digitale persoonlijke gezondheidsomgevingen gestimuleerd. De verlenging is logisch, omdat er volgens de minister in 2020 nog geen gegevens konden worden uitgewisseld tussen PGO's en zorgaanbieders. PGO-aanbieders zijn er genoeg, maar ze kunnen nog nagenoeg nergens terecht om medische dossiers bij een ziekenhuis of huisarts op te halen, laat staan persoonlijke gegevens aan te bieden voor opname in het dossier van de dokter. Daarvoor is immers niet alleen een PGO nodig, maar ook een koppeling met het systeem van een huisarts, ziekenhuis of GGZ-instelling. De eerste kleinschalige "gecontroleerde livegangen" van MedMij koppelingen zijn net pas van start gegaan. Om de PGO-aanbieders toch een zetje in de rug te geven, krijgen toegelaten leveranciers van de minister eenmalig een vaste vergoeding van 30.000 euro uit de regeling, ook als ze nul actieve gebruikers hebben.
Vorige jaar maakte de toenmalige minister Bruno Bruins van medische zorg details bekend van een stimuleringsregeling voor aanbieders van PGO’s. Dat zijn apps of websites die patiënten online toegang tot hun eigen gezondheidsgegevens bieden. Aanbieders van dergelijke PGO’s konden vanaf oktober vorig jaar 7,50 euro ontvangen voor elke gebruiker die “ten minste één keer actief gegevens heeft opgehaald of gedeeld”. Dat geldt alleen voor PGO’s die voldoen aan het MedMij label, het mede door het ministerie van VWS ontwikkelde stelsel van afspraken voor veilige digitale communicatie tussen medische professionals en burgers.
VWS gaf al eerder een eenmalige ontwikkelsubsidie van maximaal 160.000 euro aan PGO-makers. Daar reageerden destijds meer dan vijftig softwaremakers op. Met de regeling van vorig jaar wilde minister Bruins een in de tijd beperkte impuls geven aan het gebruik van PGO’s door burgers, totdat een structurele financiering of marktvraag van de grond komt.
Minister Bruins: in 2020 100.000 aansluitingen
Eind vorig jaar vertelde minister Bruins de Tweede Kamer dat het gebruik van PGO’s in de lift zat: “Ik zie dus de komende maanden echt het gebruik van PGO’s toenemen. Het is nu al aan het groeien en ik verwacht dus dat we het komend jaar die eerste 100.000 mensen met een PGO kunnen begroeten.”
Ook zonder Covid-19 was die prognose van 100.000 aansluitingen in 2020 niet realistisch, schreven we destijds. Uitwisselingen zijn er volgens de minister dus nog niet, maar inmiddels staan op de site van MedMij ruim dertig PGO-aanbieders die het MedMij label hebben gehaald en dus voor de subsidie van 30.000 euro in aanmerking komen.
VIPP moet redding brengen
De verschillende VIPP subsidieregelingen voor ziekenhuizen, huisartsen en GGZ-instellingen (die regelingen behelzen in totaal honderden miljoenen euro’s) moeten ervoor zorgen dat zorgaanbieders hun systemen gaan openstellen voor MedMij PGO’s. De VIPP 5 regeling die dit jaar is gestart en tot 2022 loopt is een vervolg op eerdere VIPP regelingen voor ziekenhuizen. In de praktijk werd die subsidie door de deelnemende ziekenhuizen vooral gebruikt voor het inrichten van hun eigen patiëntportalen, waarop burgers kunnen inloggen om (delen van) hun medische gegevens te bekijken en/of digitaal te downloaden.
Inmiddels beschikt veruit het grootste deel van alle Nederlandse ziekenhuizen over zo’n beveiligd patiëntportaal. Het actieve gebruik daarvan varieert overigens flink. Bij het Deventer Ziekenhuis logden volgens de laatste meting in 2020 40 procent van de patiënten minimaal 1 keer in op het patiëntenportaal, bij het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis 10 procent. Gemiddeld logde ruim 1 op de 5 patiënten in op zo’n portaal. Op de VIPP-monitor site van de NVZ zijn de benchmarks van alle ziekenhuizen per kwartaal in te zien. In de toekomst zou het grootste deel van alle dossier opvragingen niet via het portaal maar via de MedMij koppeling moeten lopen. De ziekenhuizen hebben die PGO-koppeling echter nog niet, en moeten vitale delen van de infrastructuur nog inrichten.
Huisartsen: ook wachtten op MedMij koppeling
Ook huisartsen moeten sinds 1 juli van dit jaar patiënten digitaal inzage geven in hun dossiers, maar ook hier gaat dat via de portalen of apps van de leveranciers van de huisarts-software. Huisartsen houden hun patiëntdossiers bij in een zogeheten Huisarts Informatie Systeem (HIS). Medicom van PharmaPartners is in Nederland marktleider, andere aanbieders zijn Promedico, CGM, DXC en Omnihis. Er zijn daarnaast partijen als Pharmeon (leverancier van Uw Zorg online), die zelf geen HIS ontwikkelen, maar als een verlengstuk van zo’n HIS aanvullende functies bieden voor bijvoorbeeld e-consult, digitaal afspraken maken of dossierinzage. De ICT-systemen van de huisartsen zijn, evenmin als die van de ziekenhuizen, nu nog niet geschikt om te communiceren met MedMij PGO’s.
Met de verlenging loopt de PGO subsidie regeling nu dus door tot minimaal 31 december 2021. Gelet op de technische hobbels die nog moeten worden genomen om PGO’s op grote schaal toegang te geven tot de systemen van zorgaanbieders, zullen we op zijn vroegst in de tweede helft van 2021 een serieus gebruik van deze regeling gaan zien. De kans dat de meer dan dertig PGO’s op de MedMij site allemaal voldoende schaalgrootte zullen krijgen om de 7,50 euro per actieve gebruiker zoden aan de dijk te laten zetten is nihil. Er tekent zich inmiddels wel een kopgroep af van wat grotere PGO-aanbieders. De strijd om de grote aantallen zal worden beslecht door slimme samenwerkingen van al dan niet nieuwe PGO-toetreders met bestaande ICT-leveranciers en hun klanten.
Die dominante ICT-leveranciers, zoals Chipsoft en PharmaPartners, hebben toegezegd hun systemen open te stellen voor MedMij PGO koppelingen. Ze zijn ook al bezig met testprojecten. Die MedMij functies zijn overigens niet gratis. Ziekenhuizen en huisartsen zullen meer geld kwijt zijn aan licentiekosten voor software wanneer ze de MedMij PGO koppeling afnemen. De VIPP-subsidies moeten dat deels oplossen. Het staat Chipsoft, PharmaPartners en andere softwaremakers overigens vrij om zelf ook een MedMij goedgekeurd PGO op de markt te brengen en de 7.50 per gebruiker te incasseren. Tot nu toe lijken ze daarvan af te zien.
Structurele financiering van PGO?
Het persbericht over de nieuwe regeling sluit af met de mededeling dat er "ondertussen wordt onderzocht hoe PGO’s op een duurzame manier gefinancierd kunnen worden". Die vraag was eind vorig jaar in het genoemde kameroverleg ook al aan de orde. Minister Bruins wist het toen nog niet, maar hield alle opties open. Misschien zou de consument zelf moeten gaan betalen voor die apps (“Het gebeurt weleens vaker dat je een brood koopt en er zelf voor betaalt”, aldus Bruins). Maar ook een financiering via de Zorgverzekeringswet (verrichting of hulpmiddel) is een route die Bruins open hield. Het zou ook nog een gebruikersregeling kunnen zijn die voor iedereen open moet staan en daarom bij de overheid moet horen. Minister Van Ark zal de Tweede Kamer in de komende tijd wellicht informeren over nieuwe inzichten inzake de financiering van PGO's.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!