Commercieel verkrijgbare activity trackers blijken onnauwkeurig te meten bij mensen met een chronische ziekte zoals artrose, COPD of diabetes tijdens dagelijkse activiteiten zoals boodschappen doen, stofzuigen of kleine stukjes lopen. Dat stelt promovenda Darcy Ummels, onderzoekster bij lectoraat Autonomie en participatie van mensen met een chronische ziekte van Zuyd Hogeschool.
Fysiotherapeuten en ergotherapeuten uit de regio klopten regelmatig aan bij Zuyd Hogeschool met vragen over het gebruik van activity trackers voor en door patiënten. “We kregen veel vragen of bepaalde trackers betrouwbaar of gebruiksvriendelijk zijn en op welke manier deze ingezet kunnen worden tijdens de therapie of thuis.” Die interesse vormde voor Ummels en haar onderzoekscollega’s de aanleiding voor het RAAK Publiek project ‘Het meten van beweegactiviteiten in de zorg’. Het doel van de studie: onderzoeken of commercieel verkrijgbare stappentellers erin slagen om accuraat de stappen te tellen in het dagelijks leven van mensen met een chronische aandoening.
Ummels en haar collega's stelden een beweegprotocol op met dagelijkse werkzaamheden, zoals boodschappen doen, stofzuigen, ramen lappen of een klein stukje lopen. 129 mensen met een chronische aandoening werden uitgerust met een fitness tracker. In een free-living setting mochten de deelnemers dagelijkse taken uitvoeren, maar werden zij ondertussen gefilmd. De onderzoekers vergeleken daarna de stappen die ze konden tellen op de video-beelden (“dat was onze de gouden standaard”) en de stappen die werden gemeten door de activity tracker.
Fitness trackers niet gemaakt voor (te) langzaam bewegen
“We hebben bij alle geselecteerde trackers gekeken naar reeds bestaand wetenschappelijk onderzoek over de accuraatheid van de trackers. Op basis van simpelweg stappen tellen op een loopband kwamen alle trackers accuraat uit de test.” Binnen het free living protocol bleken de fitness trackers toch minder accuraat, zo blijkt uit Ummels’ onderzoek ‘Counting steps in activities of daily living in people with a chronic disease using nine commercially available trackers: cross-sectional validity study’.
Volgens Ummels onderschatten 8 van de 9 geteste trackers gemiddeld het aantal stappen dat er gezet worden. Dit hangt volgens de onderzoeker samen met de manier waarop de sensoren ingebouwd in fitness trackers het aantal stappen meten. Tijdens dagelijkse (huishoudelijke) activiteiten lopen mensen vaak te langzaam, zetten ze te weinig stappen achter elkaar of is een stap te onduidelijk voor de sensoren in de tracker om dit goed te kunnen detecteren.
Wandelen op een loopband blijken de meeste trackers wél goed te meten, vandaar dat de fitness trackers tijdens testen op de loopband wel accuraat uit de bus komen. Daar zit volgens Ummels de crux. “Fitness trackers zijn gemaakt voor fitte mensen die dagelijks grotere afstanden wandelen en sporten. Dat kunnen die trackers accuraat, en steeds accurater, meten. Maar juist langzame bewegingen, een klein aantal pasjes per keer, in en rond het huis, daar hebben fitness trackers moeite mee. Het had voor ons dus geen zin om een controlegroep met gezonde mensen naast onze testgroep te houden, omdat we weten dat het beweeggedrag van ‘gezonde mensen’ goed wordt geregistreerd, omdat ze naast huishoudelijke taken nog meer bewegen.”
Oude of nieuwe modellen: uitkomst blijft hetzelfde
De onderzoekers kozen bij het starten van het onderzoek in 2015 voor veelgebruikte en moderne trackers, waaronder de Fitbit One - Fitbits eerste model - en Flex, UP24 van het inmiddels failliete Jawbone, de LumoBack en Activ8. De meeste trackers zijn inmiddels niet langer (commercieel) verkrijgbaar of vervangen voor modernere, meer geavanceerde modellen. Volgens Ummels maakt dit het onderzoek niet minder relevant omdat de gebruikte algoritmes vaak nog hetzelfde zijn.
“Hoewel fitness trackers er steeds mooier uit zien, steeds meer functies bevatten en steeds nauwkeuriger sport of slaap kunnen tracken, blijft het meten van kleine, trage bewegingen een probleem. Zelfs als zou je de Fitbit Ionic of Apple Watch series 2 voor dit onderzoek gebruiken, dan blijft de uitslag naar ons idee waarschijnlijk hetzelfde.”
Volgens Ummels en haar collega’s leidt het onderzoek hopelijk tot bewustwording bij zowel patiënten als zorgverleners dat fitness trackers bij een specifieke doelgroep de dagelijkse beweging kunnen onderschatten. “Juist bij mensen die vanwege hun chronische aandoening alert moeten zijn op belastbaarheid, kan het een risico vormen als een tracker steevast lager uitvalt. Omdat patiënten kunnen gaan compenseren door extra veel te bewegen. Daarnaast werkt het erg demotiverend als een tracker een lage score geeft. Een conclusie kan zijn dat mensen die alleen kleine stukjes bewegen in huis moeten nadenken of een tracker wel voor hen van meerwaarde is."
Op basis van hun onderzoeksresultaten zijn Ummels en haar collega’s van het LIME innovatieprogramma (gericht op de ontwikkeling van innovatieve meetproducten voor de zorg) inmiddels begonnen met een vervolgonderzoek naar de ontwikkeling van een fitness tracker die - anders dan alle commerciële trackers - specifiek gericht is op het beweeggedrag van ouderen. Door deze tracker zal naast het aantal stappen vooral het aantal actieve minuten (inclusief staan) in kaart worden gebracht. Deze fitness tracker zal in 2019 ontwikkeld zijn, verwacht ze.
Meer lezen?
Nederlandse wetenschappers onderzoeken betrouwbaarheid stappentellers
Alles wat 'meet' heeft een intrinsieke onnauwkeurigheid ten opzichte van een referentie (bvb uit te drukken als gemiddelde fout +/- standaard afwijking) Het probleem met allerhande zogenaamd klinische studies is dat men deze meetfouten niet meeneemt in de resultaten / conclusies als bijkomende onzekerheid. Bijkomend probleem met de meeste trackers en andere mobile health devices is dat de fabrikanten zelden specificaties inclusief onnauwkeurigheden opgeven, laat staan dat deze gebaseerd zouden zijn op wetenschappelijk verantwoord onderzoek.
Het erge van de zaak is dat deze zogenaamd klinische studies ook nog eens gebruikt worden om bepaalde mobile health wettelijk te valideren naar medische CE-markering.
'Goed fout' blijkt dus soms toch nog 'juist' te kunnen worden ...
Is er ook gekeken naar andere drempels? Wij (Huis voor de Sport Groningen samen met UMCG CvR) merken in interventies voor kwetsbare groepen zoals chronisch zieken dat beperkte digitale vaardigheden een drempel zijn om data te verkrijgen over activiteiten in het dagelijks leven.
Bijvoorbeeld het aanzetten van wifi en/of bluetooth op een smartphone. Of een verouderde android of windows waarbij de applicatie van de tracker slecht werkt.
En het opladen is ook een dingetje. Gelukkig zijn er devices met batterij (FitBit Zip en Nokia/Withings Go) en lange levensduur.
We merken dat er behoefte ontstaat voor een activity tracker waarbij gebruikersinteractie niet nodig is. Iets voor het Internet of Things. Op z'n minst iets voor een tracker waar een soort van hub mogelijk is die, als de tracker binnen bereik komt, de gegevens aflaadt van het apparaatje,
Graag horen we of die behoefte gedeeld wordt.