In de serie eHealth op de werkvloer interviewt SmartHealth al drie jaar bevlogen zorgprofessionals over eHealth in hun dagelijkse praktijk. Veel projecten hebben één of twee kartrekkers, die een idee in hun hoofd hebben en dat willen ontwikkelen en implementeren. Ze beginnen enthousiast aan een eHealth-project, maar hoe houden ze de boog gespannen? Welke lessen hebben deze eHealth-innovatoren geleerd in de afgelopen jaren? In de reeks ‘Terug naar de werkvloer’ kijken we deze week terug met cardioloog en hoogleraar cardiovasculaire genetica Folkert Asselbergs werkzaam in het UMC Utrecht.
Asselbergs was in september 2013 één van de eerste zorgprofessionals in de reeks eHealth op de werkvloer. Destijds was hij in het UMC Utrecht net gestart met een zelfmanagement systeem voor patiënten met hartfalen: Empower. Patiënten voeren zelf thuis metingen uit, zoals bloeddruk en gewicht, en die gegevens worden digitaal doorgevoerd naar Empower. Als de meetwaarden niet binnen de met de patiënt afgesproken bandbreedte vallen, dan krijgt de patiënt daar direct een melding van. De patiënt vult vervolgens een geprotocolleerde vragenlijst, waar een patiëntgebonden advies uit voort komt. Het is vervolgens aan de patiënt om hier actie op te ondernemen.
"Het implementeren van eHealth is lastiger geweest dan wij van tevoren hadden kunnen voorspellen"
“Het implementeren van eHealth is lastiger geweest dan wij van tevoren hadden kunnen voorspellen. Zo’n implementatie gaat bij een grote organisatie als een ziekenhuis traag. Eén heel belangrijke factor daarbij is de aansluiting vinden met elektronische patiëntendossiers. Zonder die EPD-integratie gaan artsen er niet graag mee aan de slag – dan is het weer iets wat zij erbij moeten doen – maar EPD-leveranciers staan niet te springen om te koppelen. Het is veel gehoord probleem en wij hebben het als ziekenhuis ook aan den lijve ondervonden.”
Voortschrijdend inzicht
Ondanks de voortsukkelende integratie met het EPD zijn er naast het UMC Utrecht ook tien andere ziekenhuizen waar proeven met Empower gedraaid worden, waaronder het Amphia Ziekenhuis in Breda, Diakonessen Ziekenhuis in Utrecht en het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein en Utrecht. Zowel betrokken patiënten als zorgverleners zijn daarbij geïnterviewd over hun ervaringen met het platform. Daarnaast hebben er negen studenten van de Hogeschool van Utrecht stage gelopen bij Empower, om te onderzoeken wat er qua vormgeving, user interface en gebruiksgemak verbeterd kan worden aan het platform. “Dat is het mooiste van dit project: Empower blijft zichzelf verbeteren.”
Toch moet Asselbergs toegeven dat hij minder bezig is geweest met Empower en veel meer met eHealth in het algemeen. Zijn belangrijkste vraagstuk: hoe zorg je dat eHealth op een verantwoorde manier ontwikkeld, geïmplementeerd en ingezet wordt? Volgens de cardioloog heb je bij eHealth te maken met veel verschillende belangen, waardoor het af en toe lastig is om de consequenties van het toepassen van een nieuwe app, telemedicine dienst of portaal in zicht te krijgen. “Ik vind het een positieve ontwikkeling dat mijn patiënten dankzij Empower niet meer af hoeven te reizen naar het ziekenhuis – laat staan rekening moeten hebben met zaken als vrij vragen, vervoer regelen, (klein)kinderen mee moeten nemen.”
Maar vanuit het ziekenhuis bezien kan er best een financieel bezwaar opgeworpen worden, geeft de cardioloog toe. “Stel zo’n platform wordt een daverend succes en je hoeft inderdaad minder patiënten in het ziekenhuis op te vangen, dan is de business case voor het ziekenhuis vrij negatief. Wij kunnen als voorstanders een boel argumenten opgooien waarom een ziekenhuis met eHealth aan de slag moet gaan, maar we begrijpen de uiteenlopende (financiële) belangen daarbij wel.”
Nulmeting
Uit zijn gesprekken van de afgelopen jaren met patiëntenverenigingen en zorgverzekeraars over eHealth komen enthousiaste reacties naar voren.
"Ik vind dat er eerst nog meer onderzoek gedaan moet worden"
“Zij zien zorg op afstand liever vandaag dan morgen worden opgenomen als onderdeel van het zorgpad binnen het ziekenhuis en de huisartsenpraktijk.” Asselbergs denkt daar echter anders over. “Uiteraard wil ik graag dat zorg op afstand overal ingezet gaat worden, maar ik vind dat er eerst nog meer onderzoek naar gedaan moet worden. De zorg moet dankzij eHealth minstens zo veilig (of veiliger), niet duurder (of goedkoper) zijn en patiënten moeten ministens zo tevreden (of tevredener) zijn.”
Om dat vast te kunnen stellen, zou er voorafgaande aan de implementatie van eHealth volgens Asselbergs eerst een goede nulmeting gedaan moeten worden. “Hou eerst eens een half jaar bij wat een patiënt met bijvoorbeeld hartfalen gemiddeld kost en hoe tevreden deze patiënten zijn met hun behandeling. Start daarna met een platform, in ons geval Empower, en voer na een half jaar opnieuw die meting uit. Alleen op die manier kun je goed kijken wat het effect van eHealth is op de kosten, kwaliteit van zorg en service."
Het belang van kaders
Inmiddels werkt Asselbergs met de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie, het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), enkele hartfalen verpleegkundigen, cardiologen, zorgverzekeraars en patiëntenverenigingen aan een document dat moet dienen als richtlijn bij het implementeren van eHealth binnen de zorg voor patiënten met hartfalen. “Je hebt kaders nodig waarbinnen je veilig en goed kunt opereren. Dat geldt ook voor mijn platform. Er wordt door zorgprofessionals op het gebied van digitale zorg van alles geïntroduceerd, maar dit gebeurt lang niet altijd op een verantwoorde manier. We zijn wat eHealth betreft echt de vrijblijvendheid voorbij.”
Niet alleen het opzetten van dergelijke kaders zijn belangrijk voor de cardioloog. Hoewel het actief implementeren van Empower op een wat lager pitje stond, is de ontwikkeling van het platform zelf wel doorgegaan. “Parallel aan de ontwikkeling van het platform hebben we gewerkt aan het oprichten van een community rondom Empower. Hierop kunnen alle zorgverleners die met het platform werken ervaringen delen, ideeën op doen en verbeterpunten uitwisselen. Ik vind het heel belangrijk dat zij voelen dat het platform voor én door hun ontwikkeld wordt”, aldus Asselbergs.
Patiënten community
Aan de lijst met verbeterpunten – functies die er juist af of bij moeten of teksten die anders geformuleerd moeten worden – wordt continu gewerkt. “Als zorgprofessionals geen gebruik willen maken van jouw platform dan kun je er net zo goed meteen mee stoppen.” Naast de zorgprofessial community heeft Empower ook een patiënten community. Daarop kunnen patiënten lotgenoten zoeken en ervaringen uitwisselen, maar kunnen zij ook input leveren voor verbeteringen aan het platform. “De eindgebruikers staan bij ons echt centraal. Dat is de enige manier waarop je de boog gespannen kunt houden en mensen enthousiast houdt om met jouw dienst te blijven werken.”
"Over twee jaar moet duidelijk zijn: was het een goede keuze deze vorm van eHealth in te zetten?"
Over een jaar hoopt Asselbergs dat de onderhandelingen met de zorgverzekeraar zo goed als afgerond zijn en zij het gebruik van Empower willen vergoeden. “Daarnaast zou ik het liefst in zo veel mogelijk ziekenhuizen een nulmeting gedaan hebben, binnen de daarvoor opgestelde kaders. Als we Empower daarna lanceren kunnen we het effect op zorgconsumptie, kwaliteit van leven en andere relevante parameters duidelijk registreren. Over twee jaar moet duidelijk zijn: was het een goede keuze deze vorm van eHealth in te zetten?”
Meer werkvloer verhalen lezen?
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!