In de serie eHealth op de werkvloer spreekt SmartHealth met zorgprofessionals die dagelijks te maken hebben met eHealth toepassingen. Veel van die technologische innovaties betekenen op papier efficiënter werken, kwaliteitsverbetering of kostenverlaging. Maar in de praktijk zijn er vaak genoeg obstakels te overwinnen. Een kwestie van tussen droom en daad? Deze week: Dr. Folkert Asselbergs, cardioloog in het UMC Utrecht.
“Als iemand anders het niet doet, dan doen we het zelf maar. Zo is het eigenlijk begonnen”. Asselbergs lacht als hij vertelt over de tamelijk naïeve manier waarop hij destijds in het project is gestapt. “Als cardioloog werk ik met patiënten die hartfalen hebben, een chronische en zeer vervelende ziekte.
"Ik wil mensen zo lang mogelijk thuis houden"
Het gaat gepaard met veel klachten, zoals vocht vasthouden in de enkels of achter de longen, waarvoor patiënten vaak naar het ziekenhuis moeten komen. Het zijn veelal oudere mensen, die minder mobiel zijn en daarom afhankelijk zijn van anderen om hen naar de poli te brengen. We vonden dat dit anders moest en zijn de opties van telemonitoring gaan bekijken. Wat ik wil, en dat is inderdaad het standaard eHealth praatje, is mensen zo lang mogelijk thuis houden. Maar dan wel met een vernieuwend concept."
Terug naar zelfmanagement
Asselbergs probeerde enkele jaren geleden al telemonitoring te introduceren, maar bestaande systemen bleken niet te voldoen aan zijn behoeftes. “Er zat geen enkele flexibiliteit in; ik kon geen extra opties toevoegen en de systemen konden niet praten met het elektronische patiënten dossier in ons ziekenhuis. Het werd duidelijk dat het essentieel is dat mensen werkzaam in de zorg voor hartfalenpatiënten zo’n platform ontwikkelen. We weten precies wat we nodig hebben, dus we kunnen het eigenlijk alleen zelf maken. Met hulp van ICT bedrijven, natuurlijk. Het grootste probleem van de bestaande telemonitor mogelijkheden is dat ze voornamelijk bedoeld zijn om het de arts gemakkelijker te maken. Artsen krijgen de data van hun patiënten eenvoudig aangereikt, maar worden hierdoor juist ook vaak bedolven onder de data. Je moet bijna een cardioloog aannemen om al die mailtjes weg te klikken. Dat lijkt mij niet de bedoeling.”
In het concept van Asselbergs komt de nadruk weer te liggen op de patiënt en draait het om zelfmanagement. Om het voor patiënten eenvoudig en aantrekkelijk te maken om met telemonitoring aan de slag te gaan, hebben Asselbergs en zijn team aan veel aspecten gedacht. Zo ben je niet gebonden aan aangeleverde hardware, maar kun je het platform zowel op je Ipad, Samsung of PC gebruiken. En er wordt momenteel met een usability bureau
"Artsen worden bedolven onder de data"
gekeken om het design van het platform zo intuïtief en eenvoudig mogelijk te maken. Serious gaming speelt ook een rol; door het innemen van medicijnen of het letten op hun vocht kunnen patiënten punten verdienen, waarmee ze kunnen winkelen in een webshop met gezonde dingen. Daarnaast kunnen patiënten met lotgenoten praten, via een lokale community. Hierin kunnen mensen elkaar tips geven en af en toe ook chatten met cardiologen, diëtisten en fysiotherapeuten. En hoewel alleen de patiënt constant inzicht heeft in zijn of haar gezondheid, kunnen ze wel te alle tijden contact opnemen met de dokter als ze vragen hebben. En dat niet alleen: de agenda van de cardioloog is ook voor de patiënt beschikbaar, zodat ze zelf hun teleconsult kunnen inplannen. “Tijdens zo’n teleconsult kunnen wij wel meekijken met hun data en bijsturen waar nodig is of de patiënt toch aanraden even langs het ziekenhuis te komen."
Einde voor de arts?
Volgens Asselbergs is hun platform ook een uitkomst voor de allochtone gemeenschap. “Ik moet regelmatig in mijn spreekkamer via de zoons en dochters achterhalen wat er precies met hun ouders aan de hand is en dan ben ik dus afhankelijk van de interpretatie van de kinderen. Daar valt dus veel winst te halen, helemaal nu de tolk uit de zorgverzekering is en wij steeds minder mogelijkheden hebben om met de patiënt te communiceren. Door een telemedicine apparaat kunnen wij voor het eerst zelf onze patiënt informeren."
In Asselbergs businessplan komen opvallend genoeg geen cardiologen meer aan bod. Alles verloopt via de thuiszorg en de huisarts en het ziekenhuis dient enkel als back-up voor hen. “Wij zijn er alleen als mensen opgenomen moeten worden, de hartfalenpoli moet grotendeels verdwijnen. Die is duur en logistiek onhandig voor patiënten. Dat is het ideaal dat ik zelf voor ogen heb”, aldus Asselbergs.
Het concept is klaar, nu gaat het testen beginnen. “Het belangrijkste moet inderdaad nog komen. We gaan het nu bij de patiënten neerleggen: hun mening is van groot belang. Ik ben nog hartstikke jong en niet ziek, terwijl onze patiënten wel ziek en oud zijn. Daarnaast willen we de patiënten ook vooral niet zomaar een doos toe schuiven en zeggen ‘succes ermee’. Er komt een certificering bij en mensen moeten echt hun diploma halen, ze worden getraind.”
Spanningsveld
Dan de hamvraag, hoe zit de financiering in elkaar? “We zitten momenteel in onderhandeling met de zorgverzekeraars”, vertelt Asselbergs. “Onze afdeling - we werken met redelijk veel mensen aan dit project - investeert in ons platform door het beschikbaar stellen van inhoudsdeskundigen voor het ontwerpen van de algoritmen. In de hardware en de software wordt geïnvesteerd door 24Care, een eHealth bedrijf in Huizen. We werken daarnaast samen met het Sint Antonius Ziekenhuis en praten ook met andere ziekenhuizen of zij ook mee willen doen. Onze collega’s daar herkennen de problemen die ik ze voorleg, dat maakt het gemakkelijk om aanhang te vinden."
Maar er is volgens Asselbergs wel een spanningsveld binnen het ziekenhuis. Die spanning komt voort uit het feit dat een dergelijk eHealth platform het loon van de cardioloog in gevaar brengt. “Ik vind die angst relatief. Je moet gewoon voor de kudde uit lopen. Linksom of rechtsom gaat eHealth een groot onderdeel in de zorg spelen. Het kan niet anders dan dat patiënten vanuit huis zelf meer dingen onder controle gaan houden.”
"Je moet gewoon voor de kudde uit lopen"
Asselbergs vertelt verder, “Let wel: ten opzichte van het oude systeem kun je door telemedicine veel meer patiënten zien, waardoor de productie binnen een ziekenhuis omhoog gaat. De vergoeding per patiënt gaat dan wel naar beneden, maar dit compenseer je door meer patiënten te behandelen dan andere ziekenhuizen. Ik vind, maar ik heb misschien gemakkelijk praten als iemand in loondienst, dat we er allemaal aan moeten werken om zorg betaalbaar te houden. Het aantal patiënten met hartfalen zal door de vergrijzing significant toenemen in de komende jaren, daar moeten we allemaal rekening mee houden.”
“Je kunt de ontwikkelingen rondom eHealth niet tegenhouden, dus je kunt er maar beter in mee gaan en zorgen dat er van binnenuit iets georganiseerd wordt. Anders gaan de zorgverzekeraars het voor je regelen en dat werkt niet. Je moet zelf iets ontwikkelen en daar moet de zorgverzekeraar aan mee werken en niet andersom. Maar goed, daar zal een zorgverzekeraar wel weer heel anders tegenaan kijken."
eHealth obstakels
Naast de financiële bezwaren, noemt Asselbergs ook nog enkele andere obstakels. Zo zorgen juridische vragen ook voor een spanning op de werkvloer. “Op dit moment zijn er veel patiënten thuis zonder telemonitoring. Het kan gebeuren dat zo’n patiënt overlijdt. Maar stel nu dat deze patiënt een apparaat van ons thuis had, dan ligt de aansprakelijkheid ineens anders. Als arts ben ik van mening dat, tenzij een apparaat van ons niet juist heeft gefunctioneerd, zo iemand zonder apparaat in huis ook dood was gegaan.
"Ook patiënten moeten nog leren met eHealth om te gaan"
Voor nabestaanden is dat natuurlijk anders, die hebben daar andere gevoelens over. We moeten dus uitzoeken hoe dat juridisch zit. Daarnaast moeten er bandbreedtes vast gesteld worden voor op het platform; of je bij één of bij tien kilo extra lichaamsgewicht problemen krijgt, verschilt per persoon. Wij moeten dat dus nog wel leren, een patiënt moet een paar keer uit de bocht vliegen, zodat wij deze bandbreedtes kunnen vastleggen.” Een vierde valkuil is tenslotte dat patiënten nog moeten leren hoe ze met zelfmanagement om moeten gaan. “Het systeem is heel laagdrempelig, maar dat moet er niet voor zorgen dat patiënten dagelijks een paar keer aan de telefoon hangen omdat er een rood lampje is gaan branden op hun scherm.”
“Maar hoe dat allemaal uit gaat pakken”, sluit Asselbergs af, “dat gaan we ook vanzelf leren. Over tien jaar zijn we nog steeds niet klaar en hebben we het hier nog steeds over.”
Alle afleveringen lezen van eHealth op de werkvloer? Klik dan op deze overzichtpagina
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!