Het is natuurlijk supermooi dat we verrassend snel hebben geleerd om via videoconferencing te kunnen doorwerken in de lockdown, of het nu om consulten, team-overleg of webinars voor mogelijke nieuwe klanten gaat. Zoomen werd een werkwoord, en voorheen onoplosbare technische obstakels bleken toen de nood aan de man kwam vaak denkbeeldig.
Bespiegelingen over het ‘nieuwe normaal’ (je krijgt het al bijna niet meer uit je strot) domineren de dagbladen, medische tijdschriften en virtuele congressen. Blijven we digitaal communiceren, wat deed Covid-19 met je organisatie, gaan we de spreekuren weer gewoon volplannen, hoe zit het met de bekostiging; allemaal terechte vragen natuurlijk.
Mocht het zo zijn dat we allemaal meer blijven videovergaderen, dan wil ik daarbij een klein puntje inbrengen. Ik weet niet hoe het bij u zit, maar wat mij vooral opvalt is dat veel Teams of Zoom meetings vooral de opzet van voorheen fysieke bijeenkomsten volgen. We komen er nu ook achter dat dit niet optimaal werkt. Bovendien: je laat kansen liggen om effectiever te kunnen werken.
Het doet me denken aan de geschiedenis van de film. De pioniers van de cinematograaf filmden statische scènes, en soms zelfs gewoon toneelstukken op een podium. Het nieuwe medium film imiteerde het bekende medium toneelstuk. Ergens kwam iemand op het idee dat een acteur links het beeld uit kan lopen, en dat je daarna een shot van een nieuwe locatie ziet. Het publiek snapte eerst niet wat er aan de hand was, en wilde achter het projectiescherm kijken. De rest is bekend. Inmiddels zijn we via Casablanca, Citizen Kane en The Godfather aangeland bij The Avengers, en die film lijkt in niets op een toneelstuk. Film is een volwassen medium.
Meer van hetzelfde, maar dan met Zoom
Wij zoomen nu nog vaak zoals we eerst vergaderden. Neem een vergadering van toezichthouders. Die zijn pakweg vier tot zes keer per jaar, met doorgaans een grote lijst agenda-items. Dat gaat met Zoom precies zo. Iedereen moet weer even inlezen of het geheugen afgrazen om te bedenken hoe dat ook al weer zat met Project A of medewerker Z. De reden dat we niet vaker en korter vergaderen, is dat het niet eenvoudig is om een druk gezelschap tegelijk op een fysieke locatie te laten zijn. Als je dat wekelijks of ad hoc doet, dan ben je meer aan het autorijden of treinen dat dat je vergadert. Videovergaderen zou de kwartalen kunnen opbreken in kortere meetings, met minder, maar wel actuele agenda-items, die bij iedereen nog vers in het hoofd zitten. Maar dan moet je eerst wel bedenken hoe je zo’n manier van werken in het nieuwe medium videoconferencing goed organiseert.
Ander voorbeeld: interactiviteit. U heeft vast ook bij een webinar gezeten waarbij de host hoopvol vroeg of er nog vragen waren, en de twaalf gemute microfoontjes ook gewoon rood bleven. Pijnlijke stilte. In fysieke meetings kijk je iemand gewoon eens recht in de ogen, knappe jongen (of meisje) die dan niets gaat vragen. In de Zoom-wereld gelden andere regels voor interactiviteit, en die zijn we nog maar net aan het ontdekken.
Mijn tip: vraag eens bij bedrijven die al jaren uitsluitend digitaal samenwerken wat hun geleerde lessen zijn. Beter goed gejat dan slecht verzonnen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!