Mogen huisartsen op spoedposten (HAP) nu wèl of niet zonder toestemming van de (Corona) patiënt in zijn of haar huisartsdossier kijken? U was niet de enige die vorige week vragen had bij de brief die minister Hugo de Jonge aan de Tweede Kamer stuurde. Ook Aleid Wolfsen, de baas van privacy-waakhond AP, was het spoor even bijster, vertelde hij BNR Nieuwsradio. “Er was een soort misverstand. Het bleek opeens dat de ministers zeiden: dokters kunnen ook zonder toestemming in medische dossiers. Dat kan natuurlijk niet.”
Na overleg tussen de AP en het ministerie bleek de zaak toch iets anders te liggen: de patiënt moest nog steeds wel toestemming geven, maar mocht dat nu doen bij de spoedpost waar hij of zij zich had gemeld. Normaal gesproken geef je die toestemming (of niet natuurlijk) aan je eigen huisarts of apotheker. Die slaat die toestemming dan op in het huisarts- of apotheek systeem, zodat andere dokters daarna de gegevens van die patiënt op afstand digitaal mogen inzien. Natuurlijk moet er dan wel sprake zijn van een behandelrelatie, anders gaat zo’n dokter alsnog over de schreef.
Geen keuze, geen gegevens op de HAP
Het probleem zit hem volgens VWS niet bij de mensen die wel toestemming hebben gegeven, maar bij de helft van de Nederlanders die nog geen keuze heeft gemaakt of hun medisch dossier ingezien mag worden via het Landelijke Schakelpunt (LSP). Hun gegevens zijn technisch gezien niet op te vragen op de HAP, ze staan “op slot” in het huisartsdossier.
Door de corona-uitbraak worden er veel meer patiënten gezien op de HAP, en bovendien door een andere huisarts dan hun eigen huisarts, zeggen de ministers en de koepelorganisaties van dokters. Het is volgens hen onhandig en tijdrovend wanneer de HAP-dokters niet bij de huisarts- en medicatiedossiers kunnen van de burgers die nog geen toestemming hebben gegeven. Maar volgens de wet mag dit niet, en technisch kan het nu ook niet. Maar digitale inzage zou onder meer de wachttijden bij de huisartsenposten kunnen verkorten, zeggen de huisartsenorganisaties.
Daarom is dus voor de duur van de Corona-crisis een tijdelijke maatregel nodig. Het idee erachter is dat een patiënt ook achteraf alsnog toestemming mag geven. Dit betekent formeel dat tijdelijk de toestemmingsvereiste wordt losgelaten voor patiënten die nog geen keuze (wel of geen toestemming voor inzage) hebben vastgelegd. Het ministerie van VWS, het Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, het OM en de Autoriteit Persoonsgegevens hebben “kritisch gekeken naar de wet” en hebben deze tijdelijke maatregel bekrachtigd.
Huisartsen en apotheken: software snel aanpassen
Juridisch is daarmee duidelijkheid verkregen. Voor burgers die niet willen dat hun medisch dossier wordt gedeeld verandert er niets. Hun dossier blijft op slot. Maar wie nog geen keus heeft gemaakt, kan (voor de duur van de Corona-crisis, hoe lang dat ook moge zijn) de toestemming ook aan de dokter op de huisartsenpost geven.
Maar hoe weet de software van de huisarts of de apotheek dan dat de gegevens van deze grote groep burgers niet langer op slot moeten staan? Hiervoor moeten alle softwareleveranciers in de komende week of weken een nieuwe versie van hun software maken. Daarmee worden de dossiers van alle burgers die nog niet gekozen hebben voor digitaal delen alsnog aangemeld bij het Landelijk Schakelpunt. Daarmee wordt hun dossier overal in Nederland digitaal beschikbaar op spoedposten en eerste hulp-afdelingen van ziekenhuizen (wanneer die een LSP-aansluiting hebben).
Op de site www.inzageopdehap.nl is sinds gisteren uitgebreide informatie aanwezig over de gedoogmaatregel. De site is een initiatief van huisartsen-organisaties LHV, NHG en InEen, die samenwerken met Patiëntenfederatie Nederland, het ministerie van VWS, VZVZ en Zorgverzekeraars Nederland. Die brede samenwerking wil niet zeggen dat er geen kritiek is op de gedoogmaatregel. Die kritiek komt bijvoorbeeld van huisartsen die vinden dat het bestaande LSP vanuit privacy-oogpunt niet deugt. Daarmee zijn ze vanzelfsprekend ook tegen elke uitbreiding ervan. Daarnaast zijn er huisartsen die zeggen nauwelijks gebruik te maken van de dossiers van de eigen huisarts of apotheker van patiënten die zich op de spoedpost melden. De gegevens zijn niet compleet, je moet te lang zoeken, dus je kunt het beter aan de patiënt zelf vragen, zeggen ze. En wanneer die niet aanspreekbaar is, dan is de eerste prioriteit om hem of haar te stabiliseren, en dat kan ook zonder het LSP.
Het grootste deel van alle huisartsen lijkt via hun koepelorganisaties het nieuwe, tijdelijke beleid te ondersteunen, of op zijn minst niet actief te willen tegenwerken. Op 15 april wordt gestart met het aanmelden van de patiënten op het LSP. Vanaf die datum start ook de nieuwe werkwijze op de HAP en de eerste hulp afdelingen van ziekenhuizen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!