Wijkverpleging wordt vaak beschouwd als de 'spin in het web'. De wijkverpleegkundige bekijkt wat er nodig is, coördineert zorg en contact met andere partijen, en moet ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. IT zou daarvoor ondersteunend moeten werken, maar vormt juist vaak nog een belemmering en extra administratieve last, blijkt uit een rapport van Nictiz over de inzet van applicatie(s) en infrastructuur in de wijkverpleging.
De wijkverpleegkundige wisselt op een dagelijkse basis informatie uit met onder andere huisartsen, apothekers, paramedici en verpleegkundigen in het ziekenhuis. Juist omdat de wijkverpleging met zo veel partijen moet schakelen, krijgen zorgaanbieders te maken met een veelheid aan systemen. Een zorginstelling kan volledig digitaal werken, maar genoodzaakt zijn om de overdracht naar andere zorgaanbieders, ziekenhuizen of gemeenten op papier of telefonisch te doen.
In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport schreef Nictiz een rapport over de eisen en wensen voor digitale uitwisseling van gezondheidsgegevens in de wijkverpleging. Het rapport toont de huidige situatie - de inzet van applicatie(s) en infrastructuur in de wijkverpleging - en de gewenste situatie.
Top down aanpak
Applicaties die momenteel in de wijkverpleging wordt ingezet zijn vooral bedoeld ter ondersteuning en verbetering van het zorgproces, bijvoorbeeld de Medicatie Controle App, medicijndispensers zoals de Medido, domotica, wondapplicaties en het Farmacotherapeutisch Kompas. Die apps en technologie wordt gebruikt naast een Elektronisch Cliënten Dossier (ECD). Uit het rapport van Nictiz blijkt dat er veel verschil is tussen organisaties: "waar de ene zorginstelling actief beleid voert op het gebruik en de inzet van applicaties - bijvoorbeeld door het opzetten van gefinancierde en afgebakende projecten waarin de wijkverpleegkundige actief participeert - is de andere zorginstelling zoekende naar de concrete vertaling van de inzet van applicaties, waarbij wijkverpleegkundigen lang niet altijd betrokken zijn."
In de praktijk van de wijkverpleging wordt in veel situaties het gebruik van applicaties (en ICT) top-down geïnitieerd, en niet altijd ingegeven vanuit een vraag of wens vanuit de praktijk. De ideale situatie is dat de wijkverpleegkundige de ruimte krijgt om ideeën aan te dragen met betrekking tot digitalisering. Alleen: volledig vraaggestuurd werken is in de wijkverpleging nog niet aan de orde. Nictiz schetst in het rapport dat het klassieke top-down denken - als het om IT en digitalisering gaat - nog de overhand heeft in de wijkverpleging, al verschuift dat langzaam.
Gebrek aan een digitale strategie
Tussen de regels door is in het rapport ook te lezen dat het bij (wijk)zorgorganisaties ook ontbreekt aan een digitale strategie. Ook het inzicht in de ICT-architectuur en het gebruik van applicaties in de zorginstelling is niet altijd up-to-date. Volgens Nictiz zijn zorginstellingen zelf de aangewezen partij om een intern ICT-overzicht te maken, maar zijn beroeps- en brancheorganisaties ook nodig voor het onderwerp digitalisering en applicaties. "Bij de afspraken, coördinatie en afstemming ten aanzien van interoperabiliteit kunnen de beroeps- en brancheorganisaties - voor de sector wijkverpleging - een belangrijke rol spelen door kennis te delen en actief mee te denken over bijvoorbeeld digitale strategie."
Het bewustzijn groeit dat digitalisering een organisatieverandering is: het gaat niet om de introductie van een zorgrobot of telemonitoringsysteem, maar om het veranderen van werkprocessen. In het rapport staan een aantal uitgangspunten en vereisten die zorgaanbieders kunnen gebruiken om beleid te ontwikkelen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!