In de serie eHealth op de werkvloer spreekt SmartHealth met zorgprofessionals die dagelijks te maken hebben met eHealth toepassingen. Veel van die technologische innovaties betekenen op papier efficiënter werken, kwaliteitsverbetering of kostenverlaging. Maar in de praktijk zijn er soms ook obstakels te overwinnen. Een kwestie van tussen droom en daad? Deze week: kinderarts Malika Chegary en Clarice Leito, projectmanager op de afdeling informatisering en automatisering (I&A), beiden werkzaam in het OLVG in Amsterdam.
“We hebben deze pilot als een start-up beschouwd. Klein beginnen, continu bijsturen, geleerde lessen in de praktijk brengen en gewoon maar aan de slag gaan”, vertelt Clarice Leito, projectmanager in het Onze Lieve Vrouwegasthuis (OLVG) in Amsterdam. Ze werkten de afgelopen maanden samen met Malika Chegary aan een pilot gericht op kinderen met obesitas. Chegary werkt als kinderarts in het Amsterdamse ziekenhuis. Haar aandachtsgebied is sociale geneeskunde, waaronder obesitas, eetstoornissen en onbegrepen klachten bij kinderen. Ook runt Chegary de obesitas-poli in het Amsterdamse ziekenhuis.
Toen Chegary en Leito benaderd werden om een pilot te doen op de kinderobesitas-poli, twijfelden ze geen moment. “Er waren al slimme weegschalen beschikbaar evenals een in het ziekenhuis ontwikkelde applicatie om deze weegschalen uit te lezen. Van daaruit ontstond het idee om te bekijken of het mogelijk zou zijn om kinderen thuis met een slimme weegschaal uit te rusten, te monitoren en op afstand te coachen.”
De Amsterdamse aanpak
Het OLVG volgt de ‘Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht’, AAGG. Dat houdt in dat kinderen in de eerste lijn worden gesignaleerd, bijvoorbeeld door de schoolarts of jeugdarts op het consultatiebureau, en vervolgens een gradering (meting) krijgen op basis van hun gewicht en risicofactor op comorbiditeit (het hebben van twee of meer stoornissen of aandoeningen). Bij een hoge gradering wordt het kind doorgestuurd naar de kinderarts voor een medische check. Uit die medische check komt een behandeladvies van de kinderarts, wat vervolgens weer teruggekoppeld wordt naar de schoolarts, jeugd- of huisarts. Die zorgverleners volgen vervolgens de ontwikkeling van het gewicht van het kind. Komt een kind (te) veel aan of zijn er andere problemen, dan moet het kind terug verwezen worden naar de kinderarts, vertelt Chegary.
Wat maakt dat obese kinderen een interessante doelgroep zijn voor een zelfmanagement-pilot? Kinderarts Chegary: “Het gaat om heel veel kinderen en om heel veel afspraken. Niet alleen bij ons, maar ook bij de fysiotherapeut, de diëtiste, een pedagogisch groepje voor de ouders, noem maar op."
"De belasting voor deze kinderen en hun gezin is een stuk lager als zij niet meer regelmatig naar het ziekenhuis hoeven te komen, soms enkel om te wegen.” Daarnaast ligt volgens Chegary bij kinder-obesitas het succes bij een lange follow-up, een lange tijd van monitoring. “Kinderen kunnen in een paar maanden flink afvallen, maar komen in de praktijk ook makkelijk weer aan als de controle minder wordt.”
Op de elektrische fiets
De pilot heeft als belangrijkste doel om te onderzoeken of het technisch en logistiek haalbaar is kinderen thuis aan de slag te laten gaan met een wifi-weegschaal. “Loop je tegen problemen aan en werkt de in het OLVG ontwikkelde applicatie zoals bedoeld, daar lag de focus bij deze pilot”, zegt Chegary.
Er werden door de obesitas-coördinatoren van het OLVG dertig kinderen tussen de 8 en 19 jaar geselecteerd om mee te doen aan de pilot. “We wilden het installeren van de wifi-weegschalen zo efficiënt mogelijk doen”, aldus projectleider Clarice Leito. “Op elektrische fietsen hebben we een zo snel mogelijke route gefietst en we hebben onze bezoeken bij de mensen thuis zo kort mogelijk gehouden. We werkten met draaiboeken en checklists: in de spreekkamer kun je iets wat je vergeten bent snel uit een andere kamer halen, dat gaat niet zo makkelijk als je bij iemand thuis bent.”
Haperende wifi
Bij het plaatsen van de weegschalen bleken er inderdaad soms wat technische problemen voor te komen. “Soms hadden we bijvoorbeeld moeite met installatie vanwege een haperende wifi-verbinding. Het was iedere keer weer kijken: waar lopen we nu tegenaan, hoe moeten we het hier aanpakken?” Uiteindelijk lukt het om bij 28 kinderen thuis de wifi-weegschaal te installeren.
De weegschaal die bij de kinderen thuis wordt geplaatst is een Fitbit-weegschaal. De data van deze Fitbit-weegschaal wordt uitgelezen in een door het OLVG-ontwikkelde applicatie. “Als kinderen of ouders de Fitbit-applicatie downloaden kunnen ze deze gegevens zelf ook inzien”, zegt Leito. “De applicatie zou in de praktijk aan het elektronisch patiëntendossier (EPD) gekoppeld kunnen worden, maar daar lag bij deze pilot niet de focus op.”
Fijner om thuis op de weegschaal te staan
In de afgelopen maanden kwam er van de 28 deelnemende kinderen netjes een meting binnen. Zowel de kinderen als hun ouders zijn enthousiast, zeggen Leito en Chegary. “Naast de ouders hebben kinderen zelf ook meer inzicht in hun gewicht. Met name de oudere kinderen rond de 16 of 17 jaar vinden het veel fijner om thuis op de weegschaal te staan dan in het ziekenhuis.”
De technisch bezwaren lijken beperkt, dus ontstaat nu de vraag wat de vervolgstap is. “Deze zomer willen we beslissen of we de pilot in het ziekenhuis houden, of dat we proberen om uit te breiden in de eerstelijnszorg. Het zou fantastisch zijn als je de applicatie zo kon ontwikkelen dat ik als kinderarts ook kan lezen wat de fysiotherapeut heeft gezegd.”
Over de financiering of eventuele vergoeding voor deze vorm van zorg kan Chegary nog niet al te veel zeggen. “Dat zal helemaal afhangen van de manier waarop we dit zelfmanagement-project gaan aanpakken en wie er bij betrokken zullen worden.”
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!