Medische app-ontwikkelaars over de hele wereld zien diabetes met een grote voorsprong als het marktsegment waar mHealth in de komende vijf jaar serious business gaat worden. In de meest recente uitgave van de mHealth App Developer Economics Survey 2015 constateert marktonderzoeker research2guidance dat er inmiddels al 1500 op deze ziekte gerichte apps beschikbaar zijn in de app stores, en dat de verwachtingen van uitgevers hoog gespannen zijn.
Diabetes komt over de hele wereld steeds vaker voor: in 2014 leed 9% van de wereldbevolking volgens de WHO aan een vorm van diabetes en waren 1,5 miljoen doden direct toe te schrijven aan deze ziekte. De markt is dus enorm. Een andere belangrijk aspect voor het optimisme van de app-ontwikkelaars is het gegeven dat diabetes-patiënten (vooral wanneer ze insuline gebruiken) dagelijks veel informatie moeten bijhouden en verwerken. Apps lijken hier op het eerste gezicht veel voordelen te bieden ten opzichte van notitieblokjes, calorietabellen en rekenmachines.
Daarbij komt dat de meest voorkomende vorm diabetes (type 2) volgens de meeste deskundigen door een actieve leefstijl, genoeg beweging en een aangepast dieet kan worden voorkomen of uitgesteld. En juist bewegings- en voedingapps zijn de populairste segmenten in de gezondheidsafdeling van de app stores. De link met diabetes is dan snel te maken.
RIVM: meerderheid patiënten gebruikt geen diabetes apps
Uit een kleinschalig maar recent onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) komt naar voren dat de meeste ondervraagde Nederlandse diabetes-patiënten geen apps gebruiken, omdat ze niet weten dat die bestaan, niet weten hoe ze werken of onzeker zijn over de betrouwbaarheid van die apps. De dertig procent die wèl een app gebruikt is daar overigens over het algemeen tevreden mee. Ze ervaren overwegend voordelen van het digitale dagboek en andere hulpmiddelen die de apps bieden.
Een aantal uitkomsten uit het RIVM onderzoek naar 'e-Medication met behulp van apps' valt op. Zo zijn het overwegend oudere gebruikers die apps toepassen voor het reguleren van hun bloedglucose. En de meerderheid daarvan gebruikt de app voor eenvoudige functies zoals het tellen van koolhydraten in voeding of het bijhouden van een dagboek.
"Apps die gekoppeld zijn met insulinepompen worden nog nauwelijks genoemd"
Apps die gekoppeld zijn met insulinepompen of in communicatie met de hulpverlener voorzien - relatief nieuwe gebieden - worden nauwelijks genoemd. In de top drie van de gebruikte apps staan Nederlandstalige apps die soms al vele jaren bestaan, zoals Helpdiabetes en Koolhydratenkenner. In vergelijking met de nieuwe lichting voedingsapps als MyFitnessPal en FatSecret is de functionaliteit van deze apps beperkt, maar ze zijn in tegenstelling tot generieke voedingsapps wèl ontwikkeld met diabetici als doelgroep.
Uit de hand gelopen hobby
Johan Degraeve is de Belgische ontwikkelaar van Helpdiabetes, de app die het meest wordt genoemd in het RIVM-onderzoek. Hij maakte de app in zijn vrije tijd naast zijn werk als softwareontwikkelaar. De inkomsten van de vijf- tot zeshonderd actieve gebruikers van zijn app zijn net genoeg om zijn onkosten voor opname in de app stores te dekken, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Dat staat in schril contrast met de grote ontwikkelbudgetten en tientallen ontwikkelaars die de makers van populaire voedingsapps beschikbaar hebben, bijvoorbeeld voor functies als barcodes van voedingsmiddelen scannen en het uitbreiden van hun databases. Dat die apps, ondanks hun evidente gebruiksgemak, toch nauwelijks worden genoemd in het RIVM onderzoek, komt volgens Degraeve waarschijnlijk omdat ze toch enkele specifieke voor diabetes interessante functies missen. Hij geeft wel aan dat het voor individuele ontwikkelaars als hijzelf steeds moeilijker zal worden om nieuwe functies zoals koppelingen met activity trackers of het up-to-date houden van de voedingsmiddelen-database toe te voegen. Die generieke apps zullen daardoor dus wel steeds aantrekkelijker worden voor diabetespatiënten.
Zorgaanbieders en patiëntenorganisaties: geen actieve rol
Het RIVM-onderzoek geeft aan dat zorgaanbieders en patiëntenorganisaties geen enkele rol van betekenis lijken te spelen bij het geven van adviezen over diabetes-apps, laat staan bij het actief inzetten hiervan in behandelingen. Patiënten uit het onderzoek vinden hun informatie over apps zelf op Internet of in de app stores. De websites van de diverse diabetes-organisaties bieden inderdaad nauwelijks informatie over het
"Op app-gebied gebeurt teveel om bij te houden"
gebruik van apps. Lars Koster van de Diabetesvereniging Nederland (DVN) zegt desgevraagd dat er op app-gebied teveel gebeurt om bij te houden en dat DVN dit niet als een prioriteit ziet. En ook Corrine Brinkman van de Nederlandse Diabetes Federatie geeft aan dat haar organisatie (nog) geen adviezen of richtlijnen biedt over de toepassing van apps bij de behandeling van diabetes. In de diverse professionele zorgstandaarden, zorgpaden en richtlijnen voor diabetes komt het woord app overigens niet één keer voor, en daarmee is waarschijnlijk ook verklaard waarom patiënten op eigen houtje informatie opzoeken.
Koster (DVN) laat overigens wel weten dat recent onderzoek met TNS-NIPO aantoont dat een aanzienlijke groep patiënten met diabetes type 2 grote behoefte heeft aan informatie over apps en andere nieuwe ontwikkelingen. Op basis van die geconstateerde behoefte zal DVN, zo stelt Koster zich voor, wel meer moeten gaan doen aan adviezen rond apps.
Een explosie van nieuwe apps en toepassingen
Câthy Jansen is één van de initiatiefnemers van ééndiabetes.nl, een platform voor jong volwassenen (18-35) met diabetes type 1. Zij merkt op dat het aantal ondervraagde jongeren in de enquête laag is, slechts 13 respondenten onder de twintig en 31respondenten van twintig tot veertig jaar. Ze twijfelt er dus over of het onderzoek een goed beeld geeft van app-gebruik bij jongere patiënten. Zij ziet in haar eigen omgeving bijvoorbeeld veel gebruikers van MySugr. Deze app is ontwikkeld door een Oostenrijkse startup met als motto: make diabetes suck less. Vorige jaar ontving mySugr 4,8 miljoen dollar in een investeringsronde waaraan het Zwitserse Roche Ventures en het Amerikaanse iSeed Ventures deelnemen.
Jansen zegt dat diabetes type 1 gebruikers vooral een goede koppeling tussen een app en de insuline pomp of sensor zoeken. "Als je je gegevens wilt analyseren - zeker voor mensen met een pomp gebeurt dit veel - heb je naast bloedsuikers, eventuele activiteiten en koolhydraten toch ook je basaal standen nodig, gebruikte tijdelijke basaal standen en correcties. Je wilt daarvoor niet twee systemen naast elkaar gebruiken."
Er gebeurt echter ongelooflijk veel op dit gebied, zegt Jansen. Behalve over MySugr is ze ook enthousiast over Tidepool, een Amerikaanse open source en non-profit organisatie die met hun app Blip alle meetwaarden en koppelingen met sensoren en pompen slimmer toegankelijk willen maken. Apps spelen volgens haar ook een centrale rol in nieuwe diabetes-technologie van grote aanbieders als Medtronic en Abbott.
Show me the money
Ondanks de belofte van een nieuwe generatie diabetes-apps is het voor de aanbieders ervan moeilijk om een werkend business-model te ontwikkelen. Het is volgens MySugr oprichter en CEO Frank Westermann niet eenvoudig om patiënten te verleiden om de betaalde versie aan te schaffen, terwijl die toch maar 2,99 euro per maand kost.
“We zien natuurlijk duidelijk een trend waarbij gebruikers zelf bereid zijn om te betalen voor een gezondheidsapp", zei Westermann in een eerder interview met SmartHealth. " In sommige landen vergoeden verzekeraars onze app ook al op een manier die vergelijkbaar is met de manier waarop medicijnen op recept worden vergoed. Het blijft curieus dat consumenten gemakkelijker hun creditcard trekken voor een betaalde versie van RunKeeper of een game dan voor een medische app. Wij kunnen hier ook nog steeds veel leren: hoe maak je de directe, tastbare voordelen van de betaalde app direct duidelijk? De kosten kunnen het probleem niet zijn: we hebben het per maand over de prijs van een kop koffie. We worden wél steeds beter in het uitleggen van die voordelen.”
Apple en Fitbit lonken ook naar miljardenmarkt
Wanneer je het over het verleiden van de consument hebt denk je meteen aan Apple. In een recent radio-interview liet Apple topman Jeff Williams weten grote kansen te zien voor de toepassing van smartphones en wearables om de zorg beter te maken. Via het vorig jaar geïntroduceerde ResearchKit wordt Apple's consumententechnologie inmiddels al gebruikt voor grootschalig klinisch onderzoek naar autisme, Parkinson en diabetes. Apple begeeft zich echter (nog) niet in de gereguleerde markt voor medische toepassingen, zoals diabetes apps. Ook Fitbit topman James Park liet in een interview tijdens de afgelopen CES in Las Vegas weten dat zijn bedrijf aan het onderzoeken is welke rol activity trackers kunnen spelen in de behandeling van chronische ziekten als diabetes. En voedingsapp-maker MyFitnessPall blogt op zijn site over de toepassing van deze app door diabetes-patiënten. Het klinkt kil, maar een nauwelijks ontgonnen wereldwijde markt van een half miljard zorgconsumenten met diabetes is zakelijk gezien te belangrijk om te negeren.
Interessant artikel dat een relevante vraag aan de orde stelt. In gesprekken met mensen met diabetes noemen veel mensen als hun belangrijkste wens: "Ik wil er niet iedere dag aan herinnerd worden dat ik diabetes heb". Daar gaan veel diabetes apps al direct de mist in, inclusief die waar ik zelf aan heb meegewerkt, overigens. Het lijkt erop dat MySugr dit uitgangspunt goed begrepen heeft met hun motto "Make diabetes suck less" Verder is het goed om te realiseren dat diabetes 1 en diabetes 2 behalve hun naam verder verrassend weinig met elkaar gemeen hebben. Het zijn echt twee compleet verschillende aandoeningen.
Bart Brandenburg, arts, "master of b-health", Medicinfo
Op verschillende plaatsen is de afgelopen jaren gestart met de Diabetes Challenge een initiatief van de Bas van de Goor Foundation. (www.bvdgf.org). Deelnemers zijn unaniem tevreden met het succes, zijn trots op wat zij weten te bereiken en krijgen meer zelfvertrouwen dat zij zelf effectief omkunnen gaan met de Diabetes.
Het succes is een combinatie van meten (stappenteller), groepseffect (lopen met een groep gelijkgestemden), positieve feedback van deelnemers, zorgverleners die ook meedoen en effect op glucosewaarden, gewicht, bloeddruk, meditatiegebruik, etc. De stappenteller is geen noodzaak, maar geeft nuttige feedback. Dat geldt ook voor het gebruik van een digitaal dagboek, of PGD.
In het najaar sluit deze Nationale Diabetes Challenge af met een landelijk evenement ter gelegenheid van het 10 jarig bestaan van de BvdGF. Het doel is dat dit jaar 2000 deelnemers met elkaar gaan lopen in de maanden voorafgaand aan dit evenement. De les: heb je Diabetes dan zal dit onderdeel zijn van je leven, actief zijn, vooral met elkaar, houdt je Diabetes onder de duim.