Wereldwijde markt voor mHealth apps zoekt verdienmodellen

De marktonderzoekers van research2guidance publiceerden afgelopen week mHealth App Developer Economics 2015. Net als eerdere jaren brengt dit onderzoek wereldwijde markttrends in kaart op het gebied van gezondheidsapps. Het gaat om een enorm gebied: wereldwijd zijn er 45.000 makers van medische en fitness apps, uiteenlopend van zorgaanbieders tot commerciële appbouwers en van verzekeraars tot farmaceuten. Wat waren afgelopen jaar de meest in het oog springende trends?

De belangrijkste informatiebron van research2guidance zijn de enquetes die meer dan 5000 mHealth professionals invulden. Dat waren niet alleen appontwikkelaars, maar ook beslissers in de zorg, artsen of consultants. De meest opvallende conclusie is dat er nog lang geen einde lijkt te komen aan de mHealth trend (of hype zo u wilt). In 2015 werden er meer dan 3 miljard mHealth apps gedownload vanuit de verschillende app stores. Wat verder opvalt is dat de industrie langzaam volwassener wordt. Dat uit zich bijvoorbeeld in de grootte van de uitgevers van apps . De startups op zolder en in garages vormen een minderheid en maken plaats voor ondernemingen met gemiddeld honderd werknemers. Het aandeel van appuitgevers met meer dan vijfduizend werknemers (bijvoorbeeld grote verzekeraars of ziekenhuizen) steeg van 13 naar 17 procent.

Show me the money

Dat wil overigens niet zeggen dat al die uitgevers al een werkend verdienmodel hebben gevonden. Integendeel, zou je bijna zeggen, wanneer je naar de cijfers kijkt. Slechts drie procent van alle aanbieders genereerde meer dan een miljoen dollar omzet met zijn app-portfolio in 2015. Er is een enorme waaier aan verdienmodellen waarmee uitgevers experimenteren, maar de overgrote meerderheid van de aanbieders kwakkelt nog of maakt verlies. Dat beeld wijkt niet enorm af van 2014.

De uitgevers die meer dan 5 miljoen omzet hebben met hun apps vormen een selecte kopgroep. We weten niet wie dat zijn, omdat de enquete geanonimiseerd is. Dat is ook een belangrijk verschil met een ander (niet gratis) research2guidance rapport: mHealth App Market Sizing 2015 – 2020. In dit laatste rapport geeft de marktonderzoeker omzetgevens die afkomstig zijn uit eigen marktresearch (bijvoorbeeld downloadgegevens van appstores) en niet alleen uit online enquetes. Voor een indicatie van de app-omzet van RunKeeper, Epic of Fitbit kun je dus wel bij research2guidance terecht, maar daarvoor vraagt de marktonderzoeker begrijpelijk geld.

Remote monitoring: hoge verwachtingen bijgesteld

Een opvallend gegeven in vergelijking met 2014 is dat app-ontwikkelaars minder potentie zien in monitoring op afstand. Het blijft nog steeds een categorie waarin men veel groei ziet, maar wel aanzienlijk minder dan vorig jaar toen dit de koploper was. Diagnostische toepassingen worden nu beschouwd als de meest kansrijke sector voor mHealth apps, met monitoring en ondersteuning bij behandelingen op de tweede en derde plaats.

Curieus genoeg daalt bij de ondervraagden ook de verwachting voor consults-op-afstand. Dat is vreemd, omdat 2015 zeker in de Verenigde Staten en China een doorbraakjaar was voor met name videoconsulten. Wellicht een voorbeeld van de hype-cycle: nu e-consults echt doorbreken, richt men de blik op nieuwere segmenten. Consults-op-afstand is inmiddels immers een beproefde, bijna degelijke technologie.

Wat merkt de patiënt ervan?

Bij de vraag naar de invloed van apps op de patiënt scoort monitoring van de behandeling overigens nog steeds het hoogst. Hoger nog dat het bieden van informatie over gezondheid of preventie.

Daarbij is 'follow-up monitoring' een grote categorie. Het kan daarbij gaan om het invullen van een plaslijst in een app tot het bieden van ondersteuning voor slimme pleisters om hartfalenpatiënten thuis te kunnen monitoren.

Samenwerking tussen patiënt en arts: moeilijk maar veel impact

Een nauwe samenwerking tussen zorgaanbieder en patiënten is volgens de ondervraagden een voorwaarde om tot gedragsverandering met behulp van apps te komen, bijvoorbeeld in zelfmanagement-programma's. Maar het onderzoek laat ook zien dat de mHealth specialisten dit tegelijk zien als toepassingen die een hoge implementatiedrempel hebben.

Voorzieningen als een dashboard, notificaties en gepersonaliseerde meldingen werken volgens de ondervraagden ook, en zijn eenvoudiger te implementeren. Over het delen van gegevens via social media in groepen met gelijkgezinden en het bieden van financiële voordelen zijn de app-uitgevers minder enthousiast, die hebben volgens hen minder impact op het gedrag van de zorgconsument.

Diabetes blijft koploper in marktpotentie

Net als in eerdere jaren blijft diabetes de chronische ziekte die volgens app-uitgevers het meeste marktpotentieel heeft. Ook dit is niet verwonderlijk: de groep diabetespatiënten groeit mondiaal nog explosief en vooral in landen met een minder sterk ontwikkelde eerstelijnszorg biedt de inzet van apps grote voordelen.

Obesitas en hoge bloeddruk bieden volgens de ondervraagden ook veel kansen voor de inzet van apps in de behandeling. Ook hier is het opvallend dat overgewicht in de afgelopen jaren in belang is afgenomen, terwijl er juist in 2015 aanzienlijke VC-investeringen zijn gedaan in ondernemingen die zich richten op preventie en behandeling van obesitas, bijvoorbeeld Omada Health. Een mogelijke verklaring is dat de behandeling van overgewicht minder vaak als afzonderlijke behandeling wordt gezien, maar vaker als onderdeel van behandelingen voor hartaandoeningen, diabetes en hoge bloeddruk.

Wie koppelt met wie

Ook in 2015 groepeert research2guidance app-aanbieders in een aantal segmenten, zoals traditionele zorgaanbieders, fitnessspecialisten en medische uitgevers.

In vergelijking met vorig jaar maken steeds meer apps gebruik van koppelingen met andere apps, sensoren en wearables en met platforms als Apple HealthKit of Dacadoo. De makers van fitness apps koppelen het vaakst, bestaande zorgaanbieders koppelen het minst met sensors, apps en wearables.

Het complete rapport is te downloaden op de site van research2guidance. Je moet wat gegevens achterlaten, maar dat is in dit geval zeker de moeite waard.