Het duurde even. De rechtbank Midden-Nederland bleek in de zaak die de Vereniging van Praktijkhoudende Huisartsen (VPHuisartsen) tegen de exploitant van het Landelijk Schakelpunt (LSP) had aangespannen zes weken meer tijd nodig te hebben. Sinds vandaag weten we waarom. Om tot een oordeel te kunnen komen over de eisen van VPHuisartsen moest de rechtbank standpunten innemen over allerlei juridische en technische details die tot nu toe waren blijven slingeren in de discussie.
De dissidente huisartsen vinden dat het LSP, het privaat doorgestarte technische kroonjuweel uit het gestopte EPD-project, onrechtmatig is. Ze stellen dat huisartsen, die er min of meer verplicht aan moeten meedoen, daardoor privacywetten en beroepsrichtlijnen gedwongen overtreden. De rechtbank is het daar niet mee eens, en stelde de VZVZ - de verzekeraars en zorgaanbieders die het LSP doorontwikkelen – in het gelijk.
Rechtbank duikt de techniek in
VZVZ-bestuursvoorzitter Ben van Miltenburg was blij met de uitspraak. Immers: de rechtbank vindt dat de technische infrastructuur, procedures en beveiligingsmaatregelen rond het LSP voldoende waarborgen bieden om te kunnen voldoen aan wettelijke eisen voor de bescherming van persoonsgegevens. Daarvoor moest de rechtbank overigens
Het is de vraag of VZVZ daar nu blij of onrustig van moet worden
expliciet uitspraken doen over de inhoudelijke uitleg van de uiterst algemene NEN normenkaders, een exercitie die op zich al de moeite waard is. Zonder jurisprudentie blijft de uitleg van richtlijnen als de NEN 7512 het domein van ICT-consultants die technisch nauwelijks onderlegde zorgbestuurders adviseren, zo leert de recente geschiedenis. Met deze uitspraak weten we - ongeacht of je het ermee eens bent - wat de rechter vindt van specifieke beveiligingsmaatregelen.
Tu quoque, VZVZ?
Maar de uitspraak bevat een saillant detail, waarvan het maar de vraag is of VZVZ daar nu blij of onrustig van moet worden. VPHuisartsen stelde zich op het standpunt dat een aansluiting op het LSP formeel misschien niet verplicht is voor een praktiserend huisarts, maar in de praktijk wel. Daar zit wat in. De zorgverzekeraars en aanbieders maken er geen geheim van dat ze streven naar een landelijke dekking bij huisartsen en patiënten. Maar pro forma is het VZVZ-standpunt toch dat het LSP één van de beschikbare systemen is, en dat het eenieder vrij staat om ook een landelijk netwerk voor de uitwisseling van zorggegevens te ontwikkelen. Dat is ook het standpunt van minister Schippers als ze in debat gaat met kamerleden die stellen dat het LSP gedwongen winkelnering is.
U heeft gelijk, maar ongelijk
Wat blijkt: de rechtbank vindt dat de VPHuisartsen hier het gelijk aan hun zijde hebben. De rechter vindt eigenlijk dat je als huisarts of apotheker zonder een aansluiting op het LSP je werk niet goed kunt doen. Ze zeggen het wat mooier: niet op de dan algemeen gebruikelijke wijze met zijn beroepsgenoten en de apothekers kan deelnemen aan de elektronische gegevensuitwisseling. De uitspraak stelt letterlijk: Hoewel er theoretisch geen verplichting is tot aansluiting op het LSP, is er voor de huisarts, anders dan VZVZ stelt, in de praktijk geen sprake van een vrijblijvende keuze.
Daarmee heeft in ieder geval één groep wijze mannen en vrouwen nu formeel op papier gezet wat iedereen eigenlijk al wist, maar nooit hardop durfde te zeggen. Natuurlijk zijn er genoeg stille voorstanders van het LSP, die een punt hebben wanneer ze zeggen dat we behoefte hebben aan één gestandaardiseerd systeem. Maar dat al te duidelijk uitspreken bleef tricky in dit politieke trauma-dossier. Dat durfden eigenlijk alleen sommige ICT-leveranciers.
Een al te duidelijke uitspraak bleef lastig in dit politieke trauma-dossier
Moeten ze bij VZVZ nu blij zijn of niet met deze uitspraak? En kan minister Schippers blijven volhouden dat er genoeg vrije keus is, als senatoren in het najaar dit vonnis erbij halen, wanneer de Eerste Kamer moet beslissen over de wetgeving rond de toegang tot patiëntgegevens via het LSP?
De rechtbank heeft de vraag over de vrijblijvende status van het LSP, waarschijnlijk ongewild, op scherp gezet. En dat is in dit al veel te lang slepende project een goede zaak.
Interessante analyse van het vonnis. Maar is het nieuw wat de rechter zegt? In de WGBO staat een artikel dat een arts die laat waarnemen de waarnemer moet informeren over zijn patiënt. Hoe je dat moet doen staat niet in de wet. Maar daar kun je de NHG standaard professionele samenvatting voor gebruiken.