Foodtracking met je smartphone of tablet, oftewel het bijhouden wat je dagelijks eet en drinkt, is populair. Sterker nog: apps om je calorie inname bij te houden behoren tot het populairste segment van gedownloade apps. Het idee is hetzelfde als dat van een papieren lijstje en de calorietabel waarmee je bijhoudt wat je die dag gegeten hebt. De belofte is natuurlijk dat het met een smartphone makkelijker en sneller gaat. Maar werken zulke apps ook echt? Vallen we er inderdaad van af?
Uit een recent onderzoek van SmartHealth naar het app-download gedrag in Nederland (en Amerika) kwam naar voren dat apps om calorieën te tellen en voedselinname te meten tot het populairste segment apps behoren. Het aanbod van dergelijke apps is zoals gezegd ruim. MyFitnessPal, FatSecret, Foodzy, Mijn Eetmeter App of Weight Watchers zijn slechts een greep uit het assortiment in de Nederlandse app store.
De meeste apps zijn op hetzelfde mechanisme gebaseerd: een gebruiker vult in de app in wat hij of zij gegeten heeft, de app geeft vervolgens aan wat daar de voedingswaarden van zijn.
De app laat zien dat een ‘gezonde’ snack toch ruim 300 calorieën bevat
In de dagboekfunctie van de app kun je je dagelijkse voedselinname bijhouden. Meestal kun je voedingsmiddelen kiezen uit een overzicht met producten en maaltijden of soms zelfs supermarkten of restaurantketens. Vooral die laatste optie is handig: hoewel de naam Skinny Muffin bij Starbucks anders doet vermoeden, laat een app zien dat deze ‘gezonde’ snack toch ruim 300 calorieën bevat.
Het voordeel van apps tegenover papier
Food tracking apps hebben het papieren opschrijfboek en daarna de websites waarop calorieëntabellen stonden voor een groot deel vervangen. Het bijhouden van je voedselinname via een app heeft volgens professionals een groot voordeel ten opzichte van het bijhouden op papier. Volgens Paula van Kordelaar, coach en trainer bij onder andere Weight Watchers, houden mensen die een app gebruiken hun voedselinname namelijk nauwkeuriger bij dan mensen die een papiertje gebruiken. “Je smartphone heb je altijd bij je, een papiertje laat je sneller ergens liggen of heb je niet bij je. Mensen bedenken tijdens de lunch ‘dat schrijf ik later wel op’, maar vergeten dat toch weer.” Hoe langer er tussen het eten en het opschrijven zit, hoe onnauwkeuriger het wordt, vult diëtiste Esther van der Zwaan aan. Ze studeerde in 2012 af als diëtiste aan de Hanze Hogeschool in Groningen met ‘Smartphone & Dieetbehandelingen’ als afstudeeronderzoek.
Maar dat niet alleen, apps maken het ook leuk(er) en makkelijk(er) om je voedselinname bij te houden. De betere apps in het segment bevatten onder andere een goede, uitgebreide en bovenal Nederlandse database. Een app die is gebaseerd op Amerikaanse voedingsmiddelen is namelijk niet erg bruikbaar.
Het is een groot gemis als je niet kunt kiezen uit Bolletje beschuit
Het is een groot gemis als je niet kunt kiezen uit Bolletje beschuit, Festini perenijs of Appelsientje producten. Om over een Hema Rookworst of Febo kroket nog maar niet te spreken. Daarnaast moet je snel in kunnen vullen hoeveel gram of milliliter je gegeten of gedronken hebt en favorieten in kunnen stellen. Als je vaker ’s ochtends een zelfgemaakte fruit en yoghurt smoothie drinkt, dan wil je immers niet iedere dag opnieuw alle ingrediënten invoeren. De apps van MyFitnessPal en FatSecret bieden ook de functie dat je de streepjescode van producten kunt scannen. Vervolgens krijg je de voedingswaarden van een portie van dat product in beeld in de app.
Hoeveel is 'veel groente'?
Een hoge fun-factor is volgens Van Kordelaar ook een vereiste. “De app moet leuk zijn om mee te werken, anders verliest men snel de motivatie.” De Nederlandse app Foodzy speelt daar slim op in. Bijvoorbeeld door gebruikers te belonen met originele badges zoals de ‘Summer at Last Badge’ zodra je je eerste ijsje van het jaar gegeten hebt. Volgens Van Kordelaar heeft een goede food-app ook ruimte voor een community gedeelte (eventueel mede via social media als Facebook of Twitter). “Uit onderzoek blijkt dat mensen beter afvallen in groepsverband dan dat ze dat individueel doen. Vragen stellen aan lotgenoten, ervaringen delen, dat soort dingen.” Reminders in een app zijn volgens de coach ook praktisch. “Het is nuttig als je na lunchtijd een reminder krijgt of je niet vergeten bent je lunch in te voeren in de app.”
Een andere waardevolle toevoeging aan een food tracking app is de mogelijkheid om foto’s van je eten te maken en deze aan je eetdagboek toe te voegen.
Foto’s zijn ook praktisch in het contact tussen cliënt en diëtist
Zo vertelt een app-gebruiker dat voor haar gevoel foto’s een beter beeld geven van wat ze die dag gegeten heeft dan tekst, en daardoor ook meer confronterend werken. “Het gaat zelfs zo ver dat ik mijn maaltijden er beter uit probeer te laten zien, door meer kleur of meer groenten toe te voegen bijvoorbeeld. En dat is natuurlijk alleen maar positief.” Foto’s zijn ook praktisch in het contact tussen cliënt en diëtist. “Als een cliënt zegt ‘ik eet wel veel groenten’, dan is het handig als je daar als diëtist ook een foto van kunt zien, want niet iedereen heeft hetzelfde beeld van wat veel, gemiddeld of weinig is bij porties”, aldus Van der Zwaan.
Maar werken ze?
De betere calorie-apps in de appstore ondersteunen steeds vaker bovenstaande functies. Maar de hamvraag is: werken ze ook echt? Daar zijn de meningen over verdeeld.
Dat het bijhouden van een eet-dagboek werkt, daar zijn deskundigen het in ieder geval wel over eens. Dat blijkt bijvoorbeeld uit dit onderzoek van het Canadese Fred Hutchinson Cancer Research Center. Maar om echt gericht antwoord te geven op de vraag naar effectiviteit, dien je allereerst onderscheid te maken tussen mensen die een app gebruiken om af te vallen en anderen die een app gebruiken voor dieetadvies, bijvoorbeeld bij een chronische ziekte.
In het eerste geval biedt een app volgens Van Kordelaar niet alleen de mogelijkheid om je inzicht te geven in wát je eet, maar vooral ook wanneer je het eet. En dat inzicht kan erg waardevol zijn, meent de coach. “Als je merkt dat iemand standaard rond een uur of vier zwicht voor een ongezonde snack, kun je kijken waar dat aan ligt. Verveling bijvoorbeeld? Of als iemand standaard rond een uur of 11.00 alweer enorme honger heeft, ontbijt die cliënt dan wel voldoende?”
Er verschijnen inmiddels ook de eerste voorzichtige wetenschappelijke studies die aantonen dat mensen die gebruik maken van een food tracking app daadwerkelijk extra kilo’s verliezen ten opzichte van mensen die hun voedselinname op papier bijhouden, bijvoorbeeld dit onderzoek van de Universiteit van Leeds. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat mensen die een app hiervoor gebruiken ook accurater werken dan mensen die dit niet doen. Maar grote verzamel-studies over dit onderwerp ontbreken nog.
De diëtist wil ook de micronutriënten weten
In hoeverre zijn zulke apps ook geschikt als tool bij begeleiding van chronische ziekten? Volgens Esther Van der Zwaan schiet het huidige aanbod van food apps voor professioneel gebruik te kort. “Voor consumenten die zelf met hun eten aan de slag willen, is het huidige aanbod meer dan prima. Maar wat ik mis als diëtiste is dat de consument direct met mij kan communiceren en dat ik inzicht heb in zijn of haar waarden.
"Als ik iemand met ijzerstapelziekte behandel, wil ik precies weten hoeveel ijzer hij of zij binnen krijgt"
Het moet niet alleen bij de consument blijven, ik wil het ook zien.” Daarnaast gaan veel apps volgens Van der Zwaan alleen maar over calorieën, of hooguit over vetten, suiker en koolhydraten. “Maar ik wil natuurlijk veel meer weten dan dat. Niet alleen de macronutriënten van een product, maar ook de micronutriënten. Als ik iemand met ijzerstapelziekte behandel, wil ik weten hoeveel ijzer hij of zij binnen krijgt. En als ik gericht aan de slag ga met een patiënt met vitamine D gebrek, wil ik weten hoeveel vitamine D die persoon binnen krijgt. Bij aandoeningen waarbij het noodzakelijk is dat ik die informatie heel gedetailleerd heb, mis ik dat stukje toegevoegde waarde bij veel huidige apps.”
Van Der Zwaan ziet wel voor zich hoe de ideale app er uit zou zien. Ze won zelfs een aanmoedigingsprijs met haar concept. In haar app werken cliënt en diëtist samen: de cliënt voert in de app zijn voeding in en deze informatie komt vervolgens verrijkt (met de exacte hoeveelheden voedingstoffen) in het programma bij de diëtist terecht komt. De diëtist kan vervolgens aangeven wat de cliënt zou mogen eten qua voedingsstoffen. Deze informatie wordt teruggestuurd naar de smartphone van de cliënt en hij ziet direct of de voeding binnen de normen valt die de diëtist heeft opgesteld. Cliënten kunnen er ook voor kiezen om foto’s door te sturen naar de diëtist. Waarom gaat Van der Zwaan deze ideale app zelf niet ontwikkelen? “Ik kreeg de financiering niet rond. Voor een app van die grootte en complexiteit is erg veel geld nodig, en dat is lastig terug te verdienen. Daarom is mijn app er nog niet.”
De diëtiste zegt dat ze het wel aanmoedigt als een cliënt zelf met een app aan de slag wil gaan. “Ik ben niet tegen de apps die er nu zijn, maar als ik een app zou ontwikkelen zou ik het dus anders aanpakken. De ontwikkeling is in ieder geval goed, je moet ergens beginnen.”
De heilige graal onder de foodtrackers
De echte heilige graal onder foodtracking apps blijft een functie die op basis van een foto automatisch meldt welke voedingsmiddelen (en hoeveel) er in je maaltijd zitten.
“Het mag niet lastiger zijn dan wanneer je het met pen en papier op zou schrijven, anders doen mensen het niet”
Immers: als je als gebruiker teveel moeite moet doen om bijvoorbeeld je maaltijdsalade in te voeren, dan ben je sneller geneigd om dit slordig of zelfs niet te doen. “Het mag niet lastiger zijn dan wanneer je het met pen en papier op zou schrijven, anders doen mensen het niet”, aldus Van der Zwaan. Liever dus niet scrollen door een lijst met etenswaren, zoeken naar de juiste ingrediënten en handmatig aangeven hoeveel calorieën er in je pastasalade zitten, maar dit met één foto-klik in beeld krijgen. Maar dat blijkt toch nog vrij bewerkelijk te zijn.
SRI International, het team dat de spraak assistent Siri op de iPhone en iPad ontwikkeld heeft, zou momenteel werken aan een app die in de buurt moet komen van die belofte. Door middel van beeldherkenning zou de app op basis van een foto een schatting kunnen doen van het aantal calorieën in een maaltijd. Een andere app die een dergelijke functie ondersteunt is MealSnap. Deze app laat gebruikers eveneens een foto van hun eten maken en vertelt daarna hoeveel calorieën daarin zitten. Voor beide apps geldt dat ze zogeheten verborgen vetten, zoals boter of olie, niet kunnen meten, waardoor het aantal calorieën nooit heel nauwkeurig kan zijn. Ook de bereiding maakt verschil in het aantal calorieën dat een maaltijd bevat, maar dat aspect is ook lastig uit een foto te halen.
Hoe tellen dit soort foto-apps calorieën? Hoewel het woord ‘magisch’ regelmatig valt op de website van MealSnap, lijkt de techniek achter de app toch minder spannend. De foto’s die binnenkomen via de app zouden volgens sommige bronnen zelfs handmatig worden vergeleken met andere foto’s in een uitgebreide database van Daily Burn, de fabrikant van de app (en een sociaal fitness netwerk). De app van SRI International zou op eenzelfde manier gaan werken.
Rocket science?
Voor een nog nauwkeuriger benadering van het aantal calorieën en de samenstelling van voedsel zou je een combinatie van een app met een zogeheten spectrometer moeten gebruiken. Bij een spectrometer wordt door middel van een soort lichtstraal de energie-inhoud van voedsel bepaald. Door de lichtfrequenties te meten die de verschillende ingrediënten in de maaltijd terugkaatsen, kan de spectrometer een schatting maken van het totaal aantal componenten en dus calorieën in de maaltijd. Maar ook die technologie blijkt voor consumentengebruik in de kinderschoenen te staan. Sommige wetenschappers stellen dat het met de huidige stand van de techniek ronduit onmogelijk is de beloften waar te maken.
Het Canadese TellSpec claimde een 250 dollar kostende scanner (formaat sleutelhanger) te gaan ontwikkelen, die je slechts boven je bord hoeft te houden om informatie over de voedingsmiddelen van je maaltijd te krijgen. Nadat het bedrijf 400.000 dollar opstreek aan crowdfunding financiering, bleek het toch niet mogelijk om het originele prototype van de TellSpec te ontwikkelen, en kregen crowdfunders hun geld terug. Een nog recenter voorbeeld is Consumer Physics uit Tel-Aviv. Dat bedrijf ontving binnen twintig uur de gewenste 200.000 dollar aan startkapitaal om hun SCiO meter te ontwikkelen: een kleine infrafrood spectrometer die voedsel en andere producten kan scannen en hun voedingswaarden kan bepalen aan de hand van de bijbehorende app. Van de SCiO moet nog blijken of Consumer Physics de claims waar gaat maken – de Indiegogo crowdfunding-campagne is nog niet afgelopen – maar de health-tech wereld kijkt sceptisch toe.
De valkuilen
Als je kijkt naar de zin en onzin van food tracking apps, is het belangrijk om één ding niet uit het oog te verliezen. Dezelfde valkuilen die bij pen en papier gelden,
Om mensen eerlijk te laten zijn over wat ze hebben gegeten, heb je meer nodig dan een mooie app
zijn ook bij het digitaal bijhouden van je voedselinname van toepassing. Een foute midnight snack, dat halve glas wijn tijdens het koken of die bonbon bij de koffie ben je toch snel geneigd te ‘vergeten’ op te schrijven of in te typen. Pas als het registeren van calorieën automatisch gebeurt - iets wat de veelbesproken GoBe van HealBe belooft te doen, zou dit verholpen kunnen worden. Maar ook die technologie lijkt voorlopig ook nog een brug te ver, in ieder geval totdat Healbe het tegendeel bewijst.
In essentie is het simpel. Om mensen eerlijk te laten zijn over wat ze wanneer hebben gegeten, heb je kennelijk meer nodig dan alleen een mooie, handige of snelle app. Zelfs al hoef je op den duur slechts de camera van je telefoon op je eten te richten. Zoals Quantified Selfer Jan Beekwilder opmerkt: “Er zit een standaard leugen in onze hersens, omdat we de dingen waar we van houden niet willen opgeven.”
En dan nog: ook al vullen mensen iedere dag naar waarheid volautomatisch hun voedselinname in, dan val je daar nog niet door af. Een food-tracking app is volgens de meeste deskundigen een hulpmiddel om inzicht te krijgen in je eetpatroon, waardoor het makkelijker wordt om minder en gezonder te eten. Maar het structureel veranderen van je gedrag, een dieper inzicht krijgen in je eetpatroon, het vermijden van stress of de ondersteuning door een coach - bewezen strategieën om gezonder te leven - vragen meer dan een inventarisatie van je dagelijkse maaltijden en snacks. Dat het een goede eerste stap kan zijn, lijkt echter niemand te betwijfelen.
Trackbacks & Pingbacks
[…] Links en literatuur: Overzicht van apps waarmee je calorieën kan tellen […]
[…] you will see a lot of apps that have something to do with health related subjects. According to a recent study from SmartHealth, apps that have something to do with counting calories and food intake are some of […]
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!