Voor consumenten is het de normaalste zaak van de wereld om een app te downloaden die je helpt met sporten, afvallen, medicijnen innemen, of je ziekte te beheersen. Maar ook voor zorg professionals zijn apps inmiddels een onderdeel of verlengstuk van hun werk. Ze kunnen kiezen uit tienduizenden apps, en daarmee wordt de vraag naar de betrouwbaarheid van die apps belangrijker. Steeds meer partijen werpen zich op als digitaal baken voor verpleegkundigen, huisartsen of specialisten. SmartHealth gaat op onderzoek.
Een huisarts gaat thuis langs bij meneer P. die hartklachten heeft. Na overleg wil de huisarts zijn patiënt doorsturen naar het ziekenhuis voor een ECG (elektrocardiogram), een hartfilmpje. Meneer P. heeft echter juist bij amazon.co.uk voor pakweg 200 euro een Alivecor ECG-apparaat en bijbehorende app voor zijn iPhone gekocht. Amerikaanse cardiologen werken er al mee, en het apparaat is door de FDA goedgekeurd voor professioneel gebruik, zegt meneer P. Kan dat ECG niet thuis worden gemaakt? De huisarts twijfelt, maar stuurt meneer P. uiteindelijk toch door naar het ziekenhuis. Stel dat hij had vertrouwd op de ECG-app en het ging uiteindelijk toch mis, is de huisarts dan verantwoordelijk?
De huisarts twijfelt, maar stuurt meneer P. toch door naar het ziekenhuis
De huisarts belt na afloop van het huisbezoek met de KNMG, de landelijke artsenfederatie die de belangen behartigt van artsen en studenten geneeskunde. Sjaak Nouwt, adviseur gezondheidsrecht bij de KNMG, herinnert zich een discussie rondom een ECG-app. “Het gebruik van apps is nog niet zo ingeburgerd bij huisartsen, en daarnaast weet je niet of je er op kunt vertrouwen.” Zelfs al mocht de ECG-app aangeven dat er niets aan de hand is, vertrouw er dan niet blind op, en doe voor de zekerheid toch een onderzoek in het ziekenhuis, is het advies vanuit de KNMG.
Huis-tuin-en-keuken elektrocardiogram
Het aanbod van apps voor medisch professionals is in de afgelopen jaren sterk gestegen. Er zijn populaire applicaties zoals het farmacotherapeutisch kompas (FK), een overzicht van alle in Nederland verkrijgbare geneesmiddelen, voorzien van voorschrijfadviezen. Of neem educatieve hulpmiddelen zoals UpToDate van Wolters Kluwer, een medische bibliotheek waar een dokter of specialist peer-reviewed informatie over aandoeningen en behandelingen kan opzoeken, terwijl zij of hij naast het bed staat, om die te gebruiken in de diagnose of behandeling. Apps op tablet of smartphone bieden ook mogelijkheden om patiënten meer informatie te geven over aandoeningen of anatomie, en brengen daarmee een nieuwe dimensie in het contact tussen patiënt en de zorgverlener.
Maar het wordt ingewikkelder wanneer een app een diagnostische of therapeutische werking heeft. In het geval van meneer P. weet de huisarts niet of hij of zij kan vertrouwen op de ECG-app. Dat de patiënt de app gebruikt en vertrouwt, betekent niet dat een zorgprofessional medisch gezien verantwoordelijk handelt wanneer een software-applicatie uit de Apple app store gebruikt wordt. Hoe betrouwbaar is dat hartfilmpje op je iPhone? En wat als de omreken-app een medicatie-dosering aangeeft die niet blijkt te kloppen, en een patiënt een potentieel dodelijke hoeveelheid opiaten binnen krijgt door een fout in de software?
Gezondheidsapp
SmartHealth schreef eerder over de veiligheid van gezondheidsapps. Voor de Nederlandse wet geldt dat, wanneer een app wordt gebruikt voor een diagnose, behandeling, of een meetfunctie heeft, er sprake kan zijn van een medisch hulpmiddel. De bijhorende software en/of hardware heeft dan een internationale CE-markering nodig.
Is er een overzicht van ‘veilige’ of goedgekeurde apps?
En dan zijn er ook nog verschillende categorieën: apps die alleen een diagnose stellen vallen in de lage risico-klasse. Apps die daarentegen vitale lichaamsfuncties monitoren en daarmee gevaar op kunnen leveren voor een gebruiker, vallen in een hogere risicoklasse en hebben strengere controle nodig. Wanneer een app samenwerkt met een ander medisch hulpmiddel, zoals een insulinepomp, kan het in de hoogste risicoklasse vallen: een technisch mankement kan de gebruiker ernstige schade toebrengen.
Hoe weet je of je een gecertificeerd product gebruikt als zorgverlener? Is er een overzicht van ‘veilige’ of goedgekeurde apps? Wie beoordeelt eigenlijk medische apps voor professionals?
“Formeel gezien niemand. Er zijn geïnteresseerde professionals die binnen hun eigen vakgebied, werkomgeving of bijvoorbeeld maatschap bezig zijn met apps, maar dat gebeurt niet structureel”, vertelt Robert Houtenbos. Hij werkte mee aan de start van de Digitale ZorgGids. Naast blogs van eHealth experts – inmiddels zijn dat er 129 – biedt de ZorgGids reviews van medische apps voor zowel consumenten als zorgprofessionals.
Ook Artsennet.nl, het online platform van de KNMG, begon al in 2011 met het aanleggen van een database met medische apps die artsen kunnen reviewen. Daarbij wordt aan de recensent voorgelegd of de app betrouwbaar is en of je deze zou aanraden aan patiënten of collega’s. Maar een echte garantie voor veilig gebruikt heb je daarmee nog niet.
"Veel gebruikers zullen afgaan op hun gut feeling"
Toch is het een prettig begin om van collega’s en vakgenoten te horen dat een app goed werkt en betrouwbaar is. Karin Oost, hoofd Artsennet.nl, merkt dat apps met veel reviews ook vaak hoge downloadcijfers hebben. “De deelnemers van de Health App Award krijgen vaak veel recensies van gebruikers. Een oordeel van de jury verleent een zekere betrouwbaarheid aan de app, merken we. Veel gebruikers zullen afgaan op hun gut feeling en kijken hoe de reviews zijn.”
Keurmerk voor medische apps
Artsen hebben behoefte aan een keurmerk voor apps, blijkt uit een enquête van Artsennet.nl onder KNMG-leden in 2012 en 2013. Die vraag vanuit het veld wordt momenteel opgepakt. Samen met de VvAA, die financiële dienstverlening biedt voor (para)medici, is de KNMG momenteel in de afrondende fase van een ‘haalbaarheidsonderzoek’ naar een keurmerk voor medische apps.
De KNMG speelt, volgens medische beroepsbeoefenaars, dus een belangrijke rol als het op kwaliteitseisen rondom apps aankomt. Een professioneel reviewproces, met een vast panel van artsen, zou een toekomstscenario kunnen zijn. De beroepsfederatie ziet de VvAA als
Een keurmerk heeft ook commerciële waarde
partner in het borgen van medische functionaliteit. VvAA biedt momenteel aan haar leden Arts & Apps aan, een mobiel abonnement met een soort store voor medische apps. Bijkomend voordeel voor gebruikers is een aansprakelijkheidsverzekering, waardoor VvAA dekking biedt bij risico’s door gebruik van apps in de zorgpraktijk.
Een toekomstig keurmerk heeft ook commerciële waarde. Wanneer een app het potentiële KNMG-keurmerk ontvangt, weten zorgprofessionals dat de medische kwaliteit goed is. Als jij als producent nog niet bij het rijtje van betrouwbare medische apps voor fysiotherapie, reuma of diabetes staat, betaal je voor het keurmerk, maar daarmee ook voor een plek op die lijst.
Traditioneel gezien is de randomized controlled trail (RCT) de procedure om klinische validiteit van bijvoorbeeld medicijnen te beoordelen. En ook verzekeraars willen de garantie dat een eHealth toepassing werkt: dat kan worden aangetoond dat de oplossing effectief is. Maar die RCT is niet de manier om de validiteit van een medische app te testen, denkt Houtenbos. “Ik pleit er ook voor om een andere manier van evidence based onderzoek te gebruiken voor mHealth. Een RCT is gebaseerd op een grote groep random gekozen personen, maar met een app wil je een specifieke niche bedienen.” Dat betekent dat er gezocht moet worden naar nieuwe manieren van effectiviteit toetsen.
“Je ziet dat er ook een voorzichtigheid is onder leveranciers van apps, in de vorm van disclaimers zoals ‘for entertainment purposes only ‘ of meldingen dat de app niet voor diagnosticeren is.”
Medische app bibliotheek voor het ziekenhuis
Dat keurmerk komt er waarschijnlijk, gedreven door politieke steun of door nijpende vraag vanuit de beroepsgroep. Terug naar de dagelijkse praktijk: hoe kan een huisarts, verpleegkundige of specialist meer inzicht krijgen in het grote aanbod?
EverywhereIM bouwt medische apps voor opdrachtgevers – ziekenhuizen, farmaceutische bedrijven, zorginstellingen – en
"appill wordt een systeem van artsen voor artsen"
ontwikkelt ook appill, een medische app bibliotheek. Appill is software die medische apps uit vier verschillende app stores (Google, Apple, Windows en Blackberry) selecteert en categoriseert naar medisch specialisme. Een ziekenhuis, maar bijvoorbeeld ook een beroepsvereniging of maatschap, kan een licentie afnemen om toegang te krijgen tot die gecategoriseerde apps. En ook Arts & Apps van de VvAA draait op de software van appill.
“Toen we begonnen met appill in 2010 realiseerden we ons dat er een steeds groter aanbod van medische apps kwam”, vertelt Ivo Urlings, verantwoordelijke voor de commerciële projecten bij everywhereIM. “Wanneer je in het aanbod van duizenden apps de niet-relevante producten er uit filtert, en vervolgens categoriseert per medisch specialisme, krijg je een overzichtelijke lijst met bruikbare applicaties.”
Van alle ruim 15.000 medische apps die appill beoordeelt – er zit een hoop troep tussen het internationale aanbod – geeft de web-app een elegant overzicht van professioneel interessante apps. Gebruikers binnen het ziekenhuis kunnen vervolgens een recensie schrijven. Momenteel wordt er samengewerkt met het AMC en UMC Utrecht. Eric Edelman, medisch specialist van everywhereIM: “We willen geen eigen eilandje van reviews per ziekenhuis: wanneer je een licentie neemt op appill, deel je de reviews ook met andere zorginstellingen. appill wordt een systeem van artsen voor artsen, daar willen we naar toe.”
Daarmee komt de verantwoordelijkheid voor het reviewproces te liggen bij de zorginstellingen die een licentie afsluiten. appill geeft een overzicht van professioneel interessante apps – de kwaliteitsindicatoren liggen bij het veld. Ook Edelman als medisch specialist geeft aan: “Er is nog geen structurele oplossing van beroepsorganisaties.”
Relevantie = massa
De DigitaleZorgGids werkt met reviews van experts en van consumenten. Experts kunnen medische professionals zijn, maar ook onderzoekers, IT-consultants of communicatieadviseurs die bij eHealth betrokken zijn. Op dit moment staan er 84 app reviews van experts, en enkele honderden van gebruikers. “Voor relevantie heb je massa nodig”, zegt Houtenbos. “Bij de start van de Digitale ZorgGids werden geneeskunde studenten en co-assistenten als extra handen ingezet, en daarnaast hebben we bloggers gestimuleerd en gevraagd om expert reviews te schrijven voor apps in hun vakgebied.”
Het reviewproces moet relatief laagdrempelig zijn om recensies te kunnen verzamelen. Belangrijk daarbij is dat je geen enorme vragenlijsten voorlegt aan de reviewer. “Je wil een app beoordelen op basis van vijf simpele vragen, die voor elke beroepsgroep goed in te vullen zijn, en waarmee de gebruiker of consument iets kan.” Bij de Digitale ZorgGids worden apps beoordeeld op gebruiksvriendelijkheid, look & feel, nut en effectiviteit, betrouwbaarheid, de prijs-kwaliteitverhouding, en eventuele plus- en minpunten.
Strenge inspectie
De betrouwbaarheid van medische apps staat ook in de Tweede Kamer op de agenda. In een recente brief aan de Kamer schrijft minister Schippers dat er “door andere partijen producten worden ontwikkeld, zoals gezondheids-apps, waarvan niet op voorhand duidelijk is in
De inspectie gaat per 1 januari 2014 strikt handhaven op medische apps
hoeverre deze betrouwbaar zijn, bijvoorbeeld omdat ze gesponsord worden door bedrijven die eraan willen verdienen.” Met ingang van 1 januari 2013 gaat de Inspectie voor de Gezondheidszorg medische apps waarmee cliënten zelf een diagnose kunnen stellen, strenger controleren. “De inspectie houdt hier al toezicht op en gaat per 1 januari 2014 strikt handhaven als blijkt dat een app niet aan de wettelijke eisen voldoet”, schrijft Schippers. Dat betekent dat de CE-markering een belangrijke voorwaarde gaat worden voor apps die als medisch hulpmiddel worden beschouwd.
IGZ gaat dus strenger toezien op de kwaliteit van medische hulpmiddelen. Daarnaast klinkt vanuit het veld een roep om een keurmerk om de klinische betrouwbaarheid en diagnostische waarde te garanderen. Software zoals appill helpt om een overzicht te geven van professioneel relevante apps. Aangevuld met beoordelingen van gebruikers ontstaat er daarmee een ecosysteem van reviews, zoals ook bij Artsennet en de DigitaleZorgGids gebeurt. En met massa creëer je relevantie, dat is gebleken uit vergelijkingssites van hotels, restaurants en vliegtickets.
Lees meer: Gezondheidsapp lijkt minder gezond
Ik snap de vergelijking in het artikel niet helemaal: jullie hebben het over de AliveCor - een FDA approved ECG apparaat, maar de vraag die jullie aan Sjaak Nouwt hebben gesteld gaat over een niet nader gespecifeerde "ECG app". Het gaat dus over twee verschillende dingen. Hebben jullie hem ook gevraagd naar wat hij specifiek van de AliveCor vindt (en sinds kort: AliveInsights?).
Beste Maarten, Sjaak gaf ons een voorbeeld van een kwestie die volgens hem eerder speelde in het veld. Onze vergelijking geeft aan dat de case die hij beschreef alleen maar actueler wordt. Hij had het in ieder geval niet over de AliveCor, want die was er toen nog niet. Wij hebben hem ook niet specifiek naar de AliveCor gevraagd.
Frederieke
Hoi Frederieke,
Dank voor je antwoord. De kop van het artikel is wel afleidend dan, aangezien daar in de rest van het artikel niet op wordt ingegaan. De referentie van de AliveCor heeft niets met de rest van de inhoud te doen. Ik snap de vraag, maar de inhoud van dit artikel dekt die lading niet.
Maarten
Hi Maarten,
Point taken. We bespreken de meer generieke vraag naar betrouwbaarheid van medische apps. Andere normenkaders en mogelijke verwarring die (in de toekomst) onstaat als professionele medische apparatuur als consumentenproduct verschijnt, of andersom. Ik begrijp je punt, maar een kop moet wel pakkend zijn. Alternatief was De appmeisters - die is in de redactievergadering helaas gesneuveld 🙂
Overigens zijn we bezig met een artikel waarin we een overzicht van ECG-apps en apparatuur op een rij willen zetten, in samenwerking met een cardioloog. Keep you posted
Ik denk dat de case waar Sjaak aan refereert al een paar jaar oud is. Nog pre-AliveCor dus.
Voor de goede orde: ik ben al een tijdje niet meer werkzaam voor DigitaleZorgGids, mochten daar onduidelijkheden over bestaan 😉
Het valideren van apps, zeker als het om toepassingen gaat die een rol spelen bij levensbedreigende situaties is naar mijn mening een must. Dit heeft niet per se via RCT's. Maar op zijn minst moet middels grootschalig onderzoek aangetoond worden dat een dergelijke app betrouwbaar is onder alle omstandigheden. Met alle respect voor de FDA, een 510k is lang niet altijd gebaseerd op grootschalig onderzoek.
Enigszins verbaasd ben ik over deze discussie ook, omdat een onderzoek met een volwaardig 12 leads ECG apparaat, dat rechtstreeks via 3G in het ziekenhuis af te lezen is, in Nederland niet van de grond te krijgen is, als gevolg van gebrek aan belangstelling bij de huisartsen. Terwijl ambulance diensten en universiteiten er alle voordelen qua snelheid en kostenbesparing van inzien. Een apparaat dat in zuid azië op grote schaal al wordt gebruikt en een bewezen betrouwbaarheid heeft. Alleen het heeft niet een "cool" uitstraling als AliveCor.
Ik ben het er helemaal mee eens dat apps gecertificeerd moeten worden, ik strijd hier al tijden voor. Ik spreek vele, met name ICT bedrijven die graag een app voor de zorg willen bouwen, maar die geen idee hebben waar je dan rekening mee moet houden en wat de risico's zijn. Zo was er een bedrijf die advies geeft voor trombose medicatie die dacht dat een disclaimer genoeg was. Als ik zo het ECG op het plaatje van Alivecor zie geeft me dat niet zo'n betrouwbaar gevoel. Ik ben er van overtuigd dat gecertificeerde apps met betrouwbare goedgekeurde sensoren toekomst hebben, maar we moeten het kaf van het koren scheiden.
De internationale richtlijnen, normen en wetgeving zijn complex en daardoor niet eenvoudig te begrijpen. Duidelijk is wel dat de bewijslast voor de kwaliteiten van medische Apps (veiligheid, betrouwbaarheid en structurele integriteit van data) ligt bij de degene(n) die de Apps ontwikkelen. Software ontwikkelaars dienen dus een robuust kwaliteitssysteem te hebben om de bewijslast in een dossier te kunnen organiseren. (ISO13485, IEC62304, QSR 21CFR 820, IS014971, TIR45:2012).
De handhavers (FDA, IGZ etc ..) zijn ook duidelijk en stellen zich op het standpunt dat medical devices minimaal een CE Markering (EU) of een 510k clearance (US) moeten hebben. Voor software geldt daarenboven dat deze, onafhankelijk van klassenindeling, gevalideerd moet zijn.