Met de website ehealthfinanciering.nl wil de organisatie Zorg voor Innoveren meer duidelijkheid scheppen in het lastige gebied van financiering voor digitale gezondheidsinitiatieven. Er kan heel veel, verduidelijkt website-coördinator Chris Flim, maar je moet zelf ook bereid zijn om te investeren. En daar zijn ondernemers, zorginstellingen en leveranciers zich misschien nog niet voldoende van bewust. Waar liggen kansen en mogelijkheden voor aanbieders van eHealth om innovaties, online oplossingen of digitale hulpmiddelen te bekostigen of te financieren?
Een eHealth innovatie financieren kan, zoals dat met innovaties op allerlei andere gebieden ook gebeurt, op verschillende manieren. Het project kan betaald worden door eigen financiële middelen, of door gezamenlijke financiële afspraken met één of meerdere partners of investeerders. Financiering of stimulering vanuit de overheid komt daarnaast vaak als vraag voor. Die laatste optie is in sommige gevallen een mogelijkheid, maar dat ligt wel wat ingewikkelder.
“Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker”
De website ehealthfinanciering.nl is bedoeld al wegwijzer in de soms complexe situaties van bekostiging en financiering waar zorgverleners, ondernemers, leveranciers en zorginstellingen mee te maken krijgen. “Vragen rondom bekostiging en financiering maken het soms lastig om een eHealth innovatie van de grond te krijgen”, verduidelijkt Chris Flim, eHealth-adviseur en coördinator van de website. De filosofie lijkt een beetje op die van de Belastingdienst: ‘leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker’. De organisatie achter de website is Zorg voor Innoveren, een samenwerking van vier overheidsorganisaties (College voor zorgverzekeringen (CVZ), De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en ZonMw). De bredere missie van Zorg voor Innoveren is faciliteren en barrières wegnemen bij de implementatie van innovaties.
De website is een informatieplatform, met praktijkvoorbeelden rondom financiering en een groeiend geheel van relevante artikelen, links en informatie. Verschillende doelgroepen kunnen er terecht: een manager van een GGZ-instelling kan meer te weten komen over hoe online therapie voor depressie kan worden vergoed, en een app-ontwikkelaar vindt er informatie over een app als hulpmiddel en de eventuele bekostiging daarvan. Zorg voor Innoveren maakt hierbij een verschil tussen bekostiging (gebonden aan wet- en regelgeving) en financiering, hoewel Flim aangeeft dat over die termen nog steeds nagedacht wordt. “Bekostiging of vergoeding gaat om structurele financiering. Bij bekostiging kun je ook zeggen dat er ‘weinig’ innovatiefs meer aan is: het is een onderdeel van bestaande zorg geworden.” Financiering gaat om tijdelijke geldstromen en de mogelijkheid om een zorginnovatie (of de ontwikkeling, het testen of onderzoeken daarvan) te betalen met behulp van andere partijen.
Een kwestie van investeren
Toch blijven zorginnovators nog vaak hangen in het idee van ‘innovatie = subsidie’, merkt Flim. “Het einde van subsidie betekent vaak het einde van een project of pilot. De overgang van tijdelijke naar structurele financiering blijkt een lastige hobbel, en daar moeten we uit.” Het begrip substitutie speelt daarbij een belangrijke rol: voor bekostiging, zoals geformuleerd door het CVZ, moet eHealth passen binnen bestaande, al verzekerde zorg en dus een andere aanbiedingsvorm zijn.
“Maar voor een deel van eHealth-diensten geldt dat je er geen bekostiging voor kunt verwachten; dan is het gewoon een kwestie van investeren.” En daarbij ziet Flim ook een verantwoordelijkheid bij zorginstellingen en zorgverleners zelf liggen.
"Instellingen en organisaties denken niet aan investeren en terugverdienen"
“Als je bijvoorbeeld merkt dat het aantal patienten die niet komen opdagen lager wordt door een technologische innovatie zoals een SMS-herinneringsdienst, ga dan investeren als zorginstelling of eerstelijns zorgverlener. Daar heb je geen subsidie of overheidsgeld voor nodig.” Een model zoals in de App Store, waarbij je voor 0,99 eurocent een product koopt, kan ook als business model werken voor een zorginstelling. “Zorginstellingen kunnen dit kopen om hun klanten te begeleiden. Je bent daarvoor niet afhankelijk van een zorgverzekeraar.”
Of neem een persoonlijk gezondheidsdossier, een digitaal medisch dossier dat de patiënt zelf kan inzien en waarbij de patiënt bepaalt met wie die gegevens gedeeld kunnen worden. Flim maakt de vergelijking tussen het bouwen van een persoonlijk gezondheidsdossier en het bouwen van een ziekenhuis. “Zie het PGD als een online gebouw: als je zoiets wil opzetten is daar een investering voor nodig. Net als bij de bouw van een nieuw ziekenhuis moet in sommige gevallen een lening worden afgesloten.” De barrière die bij eHealth optreedt is volgens Flim echter dat er door instellingen en organisaties niet gedacht wordt in termen van investeren en terugverdienen.
“Er kan ontzettend veel, maar je moet zelf ook bereid zijn om te willen investeren. Daar kun je best over discussiëren, maar er bestaat niet langer een subsidiekraan die alles mogelijk maakt. Zoek partijen op in regionale setting, ga met private partijen zoals lokale banken, investeringsfondsen van verzekeraars of farmaceuten, gemeenten of provincies in gesprek, en wees daar creatief in. Als iedereen op zijn eigen eiland blijft roepen dat ‘ie geholpen wil worden, werkt het niet.”
Inefficiëntie
“Eén van de mechanismen waar het bij innovatie fout gaat, is dat wanneer iets inefficiënt is of niet meer werkt, het normaal gesproken verdwijnt. Maar in de zorg blijven zulke dingen wel bestaan omdat partijen het gewend zijn, of door persoonlijke afwegingen van zorgverleners. eHealth is gericht op het slimmer inrichten en deels vervangen van huidige zorg.
“Redeneer niet vanuit de technologie, maar bedenk: welk probleem van wie los ik op?"
De discussie gaat dus ook over de vraag: wat ga je juist niet meer doen? Anders leidt innovatie alleen maar tot meer zorgkosten. Ik denk dat innovatie juist niet van subsidie afhankelijk is wanneer je ruimte creëert voor nieuwe mogelijkheden door keuzes te maken. Zorginstellingen hebben daar een rol in, maar ook zorgverzekeraars, private partijen, en ook de overheid voor een deel. Als je ruimte creëert door dat je bepaalde dingen niet meer doet, is er vanzelf weer ruimte om andere innovaties wel te doen.”
Ook de interactie met zorgverleners is belangrijk. “Je kunt met oplossingen klaarstaan, maar als zorgverleners het niet willen of kunnen gebruiken, dan heb je een probleem.” Een van de belangrijkste denkfouten is dat je niet moet beginnen met wat technologisch haalbaar is, maar met de vraag: welk probleem ga ik oplossen, en voor wie? “Redeneer niet vanuit de technologie, maar probeer te bedenken: welk probleem van wie ga je oplossen? Als de gebruiker niet het idee heeft dat het een probleem oplost, dan wordt het niet gebruikt.”, aldus Flim.
Regionale samenwerking
Een andere aanbeveling die de website doet, is inzetten op regionale samenwerking. Voor het uitrollen van innovaties en de spreiding van tijdelijke kosten voor het testen en implementeren zijn regionale partners van belang. “Het voordeel wanneer je al samenwerkt met elkaar is dat zorgverleners elkaar kennen, vaak kortere reistijden hebben en weten wat er speelt in de regio. Zie het als de softe kant van samenwerking, die kan bijdragen aan de technische uitvoer om een innovatie van de grond te krijgen”, verduidelijkt Flim. “Je moet wel oppassen dat je daarmee geen muren creëert. Het feit dat de ene regio kiest voor een andere technologische oplossing hoeft op zich niet erg te zijn, als die systemen maar met elkaar kunnen praten.”
Wegwijzer
Kortom: de website laat zien wat de mogelijkheden zijn rondom financiering van eHealth. “Zie het als een wegwijzer. We weten niet welke stappen iemand precies gaat zetten, maar we laten zien wat de mogelijkheden zijn. Uiteindelijk bepaal je zelf de route”, sluit Flim af. Er zijn inmiddels positieve reacties van MKB’ers en verschillende partijen, maar er is zeker baat bij meer interactie. “We houden ons aanbevolen voor feedback. We zijn begonnen met versie 1.0. We willen door samenwerking met private partijen zoals Achmea en GlaxoSmithKline ook leren van andermans ervaringen.” Reacties, tips en suggesties zijn dus welkom op www.ehealthfinanciering.nl.
[accordion]
[acc title="Foto credit"]Owlet Care: http://www.owletcare.com/[/acc]
[/accordion]
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!