De wereld van digitale gezondheidszorg lijkt voornamelijk te bestaan uit nieuwe initiatieven en succesverhalen. Veel minder lees je over projecten of bedrijven die om wat voor reden dan ook gestopt zijn. Hoe zit het eigenlijk met de initiatieven die niet langer bestaan? Kun je te vroeg beginnen met een innovatie? En zijn er lessen te leren? Verschillende innovators aan het woord over het einde van een eHealth idee.
Lijken Twitter en een huisartsconsult een vreemde combinatie? Huisarts Erik Jansen en arts Bart Brandenburg dachten daar anders over toen ze in 2008 begonnen met tweetspreekuur, een huisartsspreekuur via Twitter. Het sociale medium biedt immers een laagdrempelige manier om vragen te stellen – eventueel met foto – aan een medisch professional, die bovendien via direct message (DM) privé beantwoord kunnen worden. Niet alleen de bezoekersaantallen spreken tot de verbeelding – met meer dan 3000 volgers is het online spreekuur iets groter dan een gemiddelde huisartspraktijk. Ook de (inter)nationale media-exposure en inhoudelijke discussie onder professionals laten zien dat tweetspreekuur innovatief is.
Toch maakten Brandenburg en Jansen op 21 juni bekend te stoppen met het initiatief. “Enerzijds zat er niet zo veel ontwikkeling meer in. Het sudderde een beetje voort, er waren dagen waarop er weinig nieuws was”, verklaart Brandenburg. Anderzijds geldt: “Om een innovatie succesvol te laten zijn wil je dat het een integraal onderdeel wordt van reguliere zorg”. Daar is het tweetspreekuur minder geschikt voor: “Er zat geen werkend business model achter. Maar we zijn niet teleurgesteld, het was een geweldig experiment zolang het duurde”, legt Brandenburg uit. Alle lastige vragen van collega’s en discussies over ethische en juridische aspecten bleken bij de eindgebruiker niet te leven. Twitter-gebruikers vragen zich niet af of het een betrouwbaar en veilig medium is: zij zijn geholpen door de snelle service en het persoonlijke contact. Als voorbeeld van vraaggestuurde dienstverlening laat tweetspreekuur zien dat zorgconsumenten andere behoeften hebben dan professionals aannemen.
Funding
Kan een bezoeker via de website van een ziekenhuis rechtstreeks een e-consult krijgen van een specialist? En vermeldt de website een actueel klanttevredenheidsonderzoek? Ruim 90 soortgelijke vragen worden beantwoord in de onderzoeken van Zorgwebmonitor.nl, een project van vier consultancy- en ICT-bedrijven dat start in 2007. Zorgwebmonitor is een ambitieus project, bedoeld om het belang en de mogelijkheden van internet en digitale dienstverlening te onderstrepen en verbeterpunten voor ziekenhuizen te creëren.
Anno 2013 is het belang van een klantvriendelijke website evident, maar bij het opzetten van de monitor vijf jaar geleden zagen de initiatiefnemers ruimte voor verbeteringen bij veel ziekenhuiswebsites. De monitor meet de webprestaties van ziekenhuizen, en stelt op basis daarvan een ranglijst op die tot 2009 werd gepubliceerd. Gebrek aan financiering bleek het einde te betekenen voor de Zorgwebmonitor: geen ziekenhuis of commerciële partij bleek geïnteresseerd om het stokje over te nemen. “We zijn met een aantal partijen bij elkaar gekomen, met het idee om er een x aantal uur in te steken en te kijken wat er uit zou komen. Soms leidt dat tot succesvolle, meeslepende dingen, en soms stop het na een aantal jaar”, relativeert Roel Smalbers van Parantion, een van de initiatiefnemers. Belangrijkste les van het project? “Ga op zoek naar stakeholders die je idee omarmen. Wij hebben de Zorgwebmonitor gemaakt vanuit een inhoudelijke interesse, maar het is belangrijk om funding te vinden”, legt Smalbers uit.
In internationaal perspectief is Google Health wellicht het meest beruchte voorbeeld van een gestaakt concept op het gebied van digitale gezondheidszorg. Vanaf 2007 werkt Google aan een persoonlijk gezondheidssysteem, dat een jaar later voor het publiek beschikbaar is. Maar op 24 juni 2011 maakt de zoekmachine-gigant bekend dat Google Health zal gaan stoppen, wegens een tekort aan gebruikers. “We haven’t found a way to translate that limited usage into widespread adoption in the daily health routines of millions of people”, schrijft Aaron Brown op Googles persoonlijke blog.
Amerikaanse tech-journalisten en bloggers noemen verschillende verklaringen voor het falen van Google Health. Terugkerende commentaren zijn dat Google Health niet voldoende social, plezierig of connected was om te gebruiken. En hoewel Google Health wordt gelanceerd in een tijd waarin sociale netwerken nog in opkomst zijn, lijkt de mogelijkheid tot delen van informatie en interactie onmisbaar bij een moderne eHealth oplossing. Een ander terugkerend commentaar is dat Google weinig artsen en zorgaanbieders betrekt bij de aansluiting op het personal health record (PHR). “In order to get ongoing and broad adoption of something in healthcare, one needs to lead with the clinicians”, bepleit Dave Chase op TechCrunch.com. Hoewel de Amerikaanse gezondheidsmarkt in veel opzichten verschilt van de Nederlandse, lijkt een gebrek aan inbedding binnen de gezondheidssector zelfs voor s’werelds bekendste sofware-ontwikkelaar lastig.
Briljant falen
Innovatie is niet alleen vooruitgang, maar ook reflecteren op misstappen. Vanuit die filosofie is door onderzoeksinstituut ZonMw en het Dialogues House van ABN-AMRO het Instituut voor Briljante Mislukkingen opgericht, dat op 19 september 2013 een prijs voor de beste mislukking in de zorg uitreikt. Een prijs voor een mislukking? Bas Ruyssenaars licht toe: “Met een aantal partijen zijn we dit jaar begonnen met een award voor briljante mislukkingen in de zorgsector, om daarmee hopelijk een mentaliteitsverandering teweeg te brengen. Er is op dit moment weinig transparantie over wat er fout kan gaan. De Brilliant Failure Award Health kan ondernemend gedrag stimuleren door risico’s en fouten openbaar te maken.” In de sector van ontwikkelingssamenwerking was dat een succes: de award wordt daar voor het vierde jaar op rij uitgereikt, en ‘briljante mislukking’ heeft als term zijn weg gevonden in jaarverslagen en jargon.
Het aantal aanmeldingen voor de Brilliant Failure Award Health staat op dit moment op 8: voorwaarde is onder andere dat een organisatie zelf een project aanmeldt. Daarnaast zijn er volgens Ruyssenaars ook partijen die interesse hebben getoond, maar waarbij andere initiatiefnemers liever niet als briljante mislukking bekend staan of waarbij projecten nog lopend zijn. Enerzijds zijn er veel aanmeldingen van wetenschappelijk onderzoek met een negatieve uitkomst –iets dat geregeld niet openbaar wordt gemaakt – en anderzijds ook innovatieprojecten die om verschillende redenen geen succes zijn gebleken. Het bedrijf dat wint op 19 september krijgt een speciaal ontworpen award, maar de kracht van de term briljante mislukking schuilt volgens de initiatiefnemers in de bredere discussie rondom openheid, innovatie, en ondernemen in de gezondheidssector.
Doorstart?
Dat zelfs een van de bekendste ICT-bedrijven ter wereld er niet in slaagt om een eHealth initiatief van de grond te laten komen, betekent niet dat kleinere partijen zich uit het veld moeten laten slaan. En dat sommige initiatieven in de gezondheidssector niet overeind blijven hoeft niet aan de inhoud van de toepassing te liggen: het kan zijn dat de markt er nog niet is, dat het medium toch minder geschikt blijkt, of dat er misschien al te veel concurrenten bestaan. Een volledig businessplan of gewoon beginnen: de aanpak verschilt per initiatief. Maar een verdienmdel lijkt onontbeerlijk om een idee tot een succes te maken. De bedenkers van het tweetspreekuur zijn inmiddels met een partij in gesprek over doorontwikkeling. Voor geïnteresseerden in de Zorgwebmonitor: de website blijft live, en de onderzoeksmethode is eenvoudig en bruikbaar als de vragenlijst geactualiseerd wordt.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!