Elke werkdag leest SmartHealth het eHealth en mHealth nieuws voor je. Is het relevant, actueel of opvallend, dan lees je het hier. Deze week: doorbraak voor kunstmatig intelligente ‘dokter’, verkenning RIVM gepubliceerd over technologie, proef met online soa-spreekuur bij GGD Groningen en onderzoek naar het effect van zelftests onder consumenten.
Doorbraak voor kunstmatig intelligente ‘dokter’
15 december - Een computerprogramma dat zoekt naar uitzaaiingen van borstkanker. Daar waren onderzoekers aan de Radboud Universiteit in Nijmegen naar op zoek. Uit hun onderzoek blijkt nu dat een zelflerend computersysteem beter in staat is om uitgezaaide borstkanker te ontdekken dan een patholoog, die onder normale tijdsdruk werkt.
Uit het onderzoek blijkt dat het computerprogramma betere resultaten behaalde dan een panel van elf pathologen die onder normale tijdsdruk ook het weefsel onderzochten. Alleen als de pathologen er uitgebreid de tijd voor namen, waren de prestaties gelijk. In totaal spoorde het systeem 15 procent meer tumoren op.
De traditionele manier van afwijkingen zoeken is om een dun stukje weefsel door de microscoop te bekijken. De glaasjes met weefsel worden een voor een onder de microscoop gelegd om uitzaaiingen te zoeken, een arbeidsintensief proces. Peter Bult, patholoog in het Radboudumc, stelt dat het systeem enorm kan helpen.
Door de weefsels in een computersysteem te voeren, en een kunstmatig intelligent algoritme te laten meekijken naar het weefsel, spoorde het computersysteem ook afwijkende cellen op. Onderzoeker Jeroen van der Laak tegen de NOS: "Het is de eerste keer dat een computer de taak kan overnemen van een patholoog. Een diagnose stellen kan dus sneller, goedkoper én betrouwbaar."
Het systeem maakte gebruik van Google’s beeldherkenningssoftware, die het verschil tussen tumorcellen en weefsel kon herkennen. De tijdswinst is groot, volgens patholoog Bult, wanneer dit computersysteem als aanvulling op de reguliere werkwijze kan worden ingezet.
Bron: NOS
Verkenning RIVM: invloed van robots, gentechnologie en 3D-printen op de zorg
13 december - Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) doet onderzoek en meet onder andere de Nederlandse luchtkwaliteit en onze nationale voedselconsumptie. Het RIVM verkent vierjaarlijks, in opdracht van het ministerie van VWS, de toekomst van de volksgezondheid. De vraag die beantwoord wordt in die verkenning: hoe zien onze volksgezondheid en zorg eruit in 2040 als we niets extra’s doen, als er geen nieuw beleid komt? Wat worden dan maatschappelijke opgaven?
Een van de drie onderwerpen waar de onderzoekers en beleidsmedewerkers van het RIVM zich over bogen is het thema technologie. Dat thema werd opgedeeld in zes deel-thema’s: 3D-printen, gentechnologie, robotisering, virtual en augmented reality, data-gedreven zorg, en de relatie tussen technologie en zorguitgaven. Ook keken de onderzoekers naar de zorgvraag van de toekomst, en brede determinanten van gezondheid.
De onderzoekers kijken – naast de technologische drivers die aan de basis van innovaties liggen – ook naar de impact op onze maatschappij. Bijvoorbeeld: “hoe meer fysieke en mentale taken we uitbesteden aan robots, hoe groter de prikkel tot passiviteit, wat niet bevorderlijk is voor de (volks)gezondheid. Mensen zouden bijvoorbeeld minder vaak kunnen gaan lopen of fietsen. Of ze zouden meer en vaker alcohol kunnen gaan gebruiken, wanneer auto’s niet meer bestuurd hoeven worden.” Een reëel gevaar, of loopt het nog niet zo’n vaart met verpleegrobots en zelfrijdende auto's?
RIVM bundelt een flink aantal wetenschappelijke studies met nieuwsbronnen en achtergronden (waaronder een SmartHealth artikel over de 3D geprinte pil). Al met al een flink dossier om door te lezen, maar zeker informatief. In juni 2018 verschijnt de eindrapportage, waarin de onderzoekers een advies geven over de meest urgente maatschappelijke opgaven die uit deze themaverkenningen komen.
Bron: RIVM
Online SOA-spreekuur bij GGD’s regio Groningen
12 december – De angst om een bekende tegen te komen of een lange reistijd: jongeren ervaren genoeg drempels om voor advies over seks of soa’s de GGD te bezoeken. Daarom start in Groningen morgen een proef waarbij jongeren hun vragen online, via hun smartphone of webcam, aan een verpleegkundige kunnen stellen. Ook kunnen zij indien nodig online een soa-test aanvragen om thuis te doen. Het online spreekuur is toegankelijk voor jongeren tot en met 25 jaar.
Het programma waarmee de webcamgesprekken worden gevoerd is ontwikkeld door het bedrijf Webcamconsult. De proef loopt een half jaar. Onderzoekers van de Universiteit Maastricht en de Rutgers Stichting zijn betrokken voor de evaluatie van de onderzoeksresultaten. Uit de pilot moet blijken voor wie het online consult geschikt is, of jongeren tevreden zijn en of het inderdaad tijd bespaart.
Bron: GGD Groningen
NIVEL: zelftests leiden niet tot meer huisarts- of ziekenhuisbezoek
11 december - Online een test aanvragen voor HIV of chlamydia, of een personal body check bij een commerciële aanbieder: volgens critici kunnen zulke zelftests tot onnodige ongerustheid en extra zorgkosten leiden, wanneer mensen door een uitslag juist in het medische circuit terecht komen. Wanneer burgers zelf gezondheidstesten gaan doen, dan zou dit kunnen leiden tot gezondheidswinst, maar door fout-positieve resultaten kunnen zulke tests juist ook onnodige ongerustheid veroorzaken. Maar dat blijkt in de praktijk mee te vallen: op dit moment is er geen extra zorggebruik gemeten door het toegenomen aanbod van deze ‘health checks’, aldus de onderzoekers van NIVEL, het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg.
Van de 1245 ondervraagde zorggebruikers deed vijf procent in 2016 een gezondheidstest. Meestal ging het dan om een test voor bloeddruk, cholesterol of diabetes. Enkele respondenten deden een zogenoemde total bodyscan. De aanleiding voor een health check is vaak een lichamelijke klacht, nieuwsgierigheid of gewoon dat zich een gratis gelegenheid voordeed. Deze vijf procent is niet gezonder of ongezonder dan de rest van de bevolking, concludeert NIVEL. Uit eerder onderzoek blijkt dat ongeveer 15% van de Nederlandse bevolking ooit wel eens zo’n health check heeft gedaan, uit dit onderzoek komt dus een lager percentage van 5%.
NIVEL ondervroeg 1245 respondenten van het consumentenpanel Gezondheidszorg, die ook allemaal toestemming gaven voor de analyse van hun huisartsengegevens. Daarnaast werkten 244 huisartsen mee aan het onderzoek, en bekeek NIVEL de informatie die huisartsen vastleggen in het huisartseninformatiesysteem (HIS) voor de Zorgregistraties eerste lijn.
Bron: NIVEL
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!