Nederlanders gebruiken nog steeds minder digitale diensten dan (huis)artsen aanbieden. Maar op een aantal gebieden zagen NIVEL en Nictiz wel een toename in het gebruik van eHealth, zoals online patiëntendossiers inzien, herhaalrecepten aanvragen, sms- of mailherinneringen, en toezichthoudende technieken voor verpleegzorg- en thuiszorg. Dat blijkt uit de eHealth monitor 2017, het jaarlijkse marktonderzoek van Nictiz en NIVEL. Volgens de onderzoekers zijn er veel kansen voor eHealth, mits digitale zorgdiensten worden ingezet voor (groepen) patiënten en zorgverleners waar het relevant voor is.
Uit de eHealth monitor 2017 blijkt dat er – zelfs 5 jaar na het verschijnen van de eerste monitor – nog veel onbekendheid is onder Nederlandse consumenten wat er allemaal al digitaal gedaan en geregeld kan worden in de zorg. Ongeveer twee derde van de ondervraagde zorggebruikers weet niet of online inzage in hun dossier mogelijk is bij de huisarts of het ziekenhuis. Minder dan een op de drie zorggebruikers zegt dat zijn of haar zorgverlener weleens wat heeft verteld over de mogelijkheden van online contact.
Tegelijkertijd blijkt uit onderzoek van Nictiz dat de meerderheid van de chronisch zieken die inzage heeft gehad in het dossier, dit nuttig vond, met name omdat het meer inzicht geeft en medicatiegegevens te controleren zijn. En artsen en zorggebruikers die ervaring hebben met het e-consult zijn positiever dan degenen zonder ervaring. Dat lijkt dus een kwestie van bekend maakt bemind.
Kies bewust voor eHealth
“eHealth is een containerbegrip waar allerlei diensten binnen vallen”, zegt Myrah Wouters, bij Nictiz verantwoordelijk voor de eHealth-monitor, die vandaag voor de vijfde keer verschijnt. “Het centrale thema is daarom: kies bewust voor eHealth. Kies als zorgorganisatie of zorgverlener bewust voor welke vorm van eHealth je voor wie en hoe wil aanbieden. Zolang niet concreet is waarom, met wel doel en voor wie eHealth ingezet wordt, is het ook moeilijk om te bepalen of een interventie ‘geslaagd’ of implementatie succesvol is.”
Nictiz en NIVEL onderzoeken vijf gebieden in de eHealth-monitor, waardoor vergelijking tussen de jaren mogelijk wordt. De vijf thema’s in de eHealth monitor zijn gemak en service, inzage in dossier, zelfmanagement en online behandeling, begeleiding en ondersteuning op afstand (waaronder medicijndispensers en ondersteunende technieken) en elektronische dossiervoering door en informatie-uitwisseling tussen zorgverleners. Op een aantal gebieden is het gebruik van digitale diensten gestegen ten opzichte van 2016, in sommige sectoren bleef het gebruik gelijk, bijvoorbeeld beeldbellen in de care.
Gemak en service voor zorgconsument
Online service en gemaksdiensten waardoor je als zorggebruikers niet per se de deur uit hoeft om de apotheek of het ziekenhuis te bezoeken, stegen in 2017. Zorggebruikers - die in het afgelopen jaar zorg ontvingen - maakten het meest gebruik van via e-mail of sms een herinnering ontvangen voor een afspraak met de medisch specialist (21% van de gebruikers) en via internet een herhaalrecept aanvragen bij de huisarts (18%), gevolgd door via internet een afspraak maken met de medisch specialist (10%).
Inzage in dossier
De mogelijkheid voor patiënten om bij de medisch specialist inzage te krijgen in verschillende onderdelen van het medisch dossier neemt toe, blijkt uit de eHealth monitor. Het aantal patiënten dat online bijvoorbeeld voorgeschreven medicatie en uitslagen van onderzoeken en laboratoriumbepalingen bekijkt steeg van 3% in 2013 naar 13% in 2017.
“Terwijl er een toename is bij medisch specialisten, is het aanbod om online het dossier in te zien in de eerste lijn - bij huisartsen en gezondheidscentra - min of meer gelijk gebleven”, zegt Wouters. “Ook zien we een discrepantie tussen het percentage artsen dat aangeeft dat inzage mogelijk is voor patiënten en het percentage patiënten dat online inzage heeft gehad of weet dat dit mogelijk is.” De meerderheid van de groep chronisch zieken die inzage heeft gehad, vond dit nuttig, aldus Wouters. Met name omdat het meer inzicht geeft en medische gegevens beter te controleren zijn.
Online informatie opzoeken
Het aantal Nederlanders dat online informatie opzoekt of bijhoudt over zijn of haar gezondheid, neemt ook toe. Ook geven de ondervraagde zorggebruikers aan dat zij die online gevonden informatie voorleggen aan hun zorgverleners. 75% van de ondervraagde huisartsen geeft aan dat zij regelmatig patiënten advies geven over het opzoeken van medische informatie op een website zoals Thuisarts. Ook geeft het merendeel van de artsen aan soms of regelmatig het gebruik van een medische app of een online hulpprogramma voor psychologische klachten te volgen.
Het afgelopen jaar hield 30% van de ondervraagde consumenten en zorggebruikers informatie over leefstijl en lichamelijke activiteit online bij, bijvoorbeeld door een fitness tracker, app of smartwatch.
Revelantie voor arts en patiënt
‘Voor een aantal eHealth- diensten zoals beeldbellen en telemonitoring hangt het ook sterk af van de relevantie voor zorgverlener en patiënt of het kans van slagen heeft”, geeft Wouters aan. “Zelf thuis metingen kan de kans op fouten verminderd, of de kwaliteit van leven van een patiënt verhogen, maar dat geldt niet voor iedereen. Daar is dit jaar nog zorgvuldiger naar gekeken.”
Bij telemonitoring zijn niet alle patiënten met een chronische aandoening overtuigd van het nut: ongeveer 1 op de 5 patiënten vindt telemonitoring wenselijk, concluderen de onderzoekers van NIVEL en Nictiz. “Focus je op de groep gebruikers die het nuttig en wenselijk vindt, voor wie eHealth nuttig of noodzakelijk is.” De ondervraagde artsen geven aan met name meerwaarde te zien in telemonitoring voor patiënten met hartfalen en diabetes.
Een ander voorbeeld van een digitale dienst die op het eerste gezicht niet gestegen is ten opzichte van voorgaande jaren is beeldbellen. Waar komt dat door? “Beeldbellen vraagt, zoals de meeste eHealth-toepassingen, om een nauwgezette implementatiestrategie”, aldus Wouters. “In die gevallen waar beeldbellen of domotica leidt tot betere zorg of betere ondersteuning, en het relevant is die eHealth-toepassingen in te zetten, dan moeten organisaties ook voldoende aandacht hebben voor eventuele belemmeringen en betrokkenheid van zorgverleners en patiënten, door training en scholing.”
Twee derde van de patiënten (70%) die thuis zorg en ondersteuning ontvangen heeft geen behoefte aan beeldbellen, met als voornaamste reden dat telefonisch of huisbezoek prettiger is, en dat ze liever iemand hebben die langskomt. Ongeveer 30% van de zorggebruikers ziet wel heil in beeldbellen. De belangrijkste reden om wel te willen beeldbellen is omdat het tijd bespaart.
Ambassadeurs
Een van de aanbeveling van de onderzoekers is om ambassadeurs, onder zorgverleners en patiëntenorganisaties, in te zetten die kunnen helpen om de bekendheid met digitale diensten te vergroten. “We zien ook dat de ondervraagde verpleegkundigen aangeven in de monitor dat ze deze handschoen op willen pakken: in de ouderenzorg en ziekenhuiszorg geven verpleegkundigen en verzorgenden aan dat zij het hun taak vinden om cliënten in te lichten over en te ondersteunen bij het gebruik van eHealth.”
Daarnaast adviseren Nictiz en NIVEL om in te zetten op verbetering van de digitale gegevensuitwisseling en dubbele medicatiecontrole. “Nog niet alle zorgprofessionals die dat willen hier gebruik van kunnen maken. Dubbele medicatiecontrole is essentieel om fouten bij het toedienen van medicatie te voorkomen. In de praktijk blijkt het echter lastig om altijd een collega fysiek aanwezig te hebben voor een tweede check. Er zijn ICT-toepassingen op de markt die het mogelijk maken de dubbele medicatiecontrole digitaal uit te voeren.”
Bekijk de resultaten van de eHealth monitor 2017 hier.
Via internet een (herhaal)recepten aanvragen bij de huisarts heeft absolute meerwaarde. Veel patiënten worden liever online geholpen, daar weten wij alles van. We juichen dan ook de beoogde gelijkstelling tussen screen-tot-screen en face-to-face door de Federatie Medisch Specialist toe.
Via internet een (herhaal)recept aanvragen bij de huisarts heeft absolute meerwaarde. Veel patiënten worden liever online geholpen, daar weten wij alles van. We juichen dan ook de beoogde gelijkstelling tussen screen-tot-screen en face-to-face door de Federatie Medisch Specialist toe.